II. ( 2 1 ) D u if die van boven geelagtig is , met een
A fdeel. zwart Maantje in de Nek.
L VI.
Hoofd- De Duitfchers noemen deeze Lacb-Taübe of
stuk. jjjghgucie D u if, als ook Indiaanfch en Turkfch
Xjjorid Duifje, de Engelfchen Indiaanfche T o rte l, doch
Gekraagde.BiassoN de gehaagde ; om dat deeze Tortelduif
by ons zodanig gemeen is en voortteelt, dat
menze naauwlyks meer de Indiaanfche noemen
kan, en de andere, gelyk gemeld is , ook in
Indie gevonden wordt. Deeze, egter, vliegt hier
niet in ’t wilde, maar wordt in de Hokken gehouden,
dikwils by ’t klein Gevogelte. Z y zyn
teder, en moeten voor de Koude befchut worden,
komende voorts, in haare Eigenfchappen,
met de geenen, die by ons in ’t wilde vliegen,
overeen.
Deeze Tortelduiven zyn een weinig grooter
dan de voorgaande. De Kleur is van boven rosag-
tig,van onderen Wynroodagtig wit. Het Wyfje
is wat witter dan het Mannetje, zegt B risson , en
anderen merken aan, dat van de Indiaanfche Tortelduiven
het Wy fje geheel wit , de Doffer
bleek rosagtig zy. Onder de onzen befpeurtmen
dit verfchil van Kleuren zodanig niet: zy zyn
beiden van boven geelagtig , gelyk L inigeus
zegt; maar men vindt buitendien geheel witte
Tor-
(ai) Columba fupra lurefcens, lunula Cendcali nigrS
Syft. Nat. Turtur Indicus. ALdr. Orn. T. i f . c. 10,
Will. Orn. 134 T, . . Raj. */Lv. 61. n. 3. Alb.
I I I . p . 4 Z . T . 4 ; .
Tortelduiven, zo wel het Wy fje als het Man- II.
netje, die, zo fommigen willen, van de Ring- ApDEEt'*
duiven afkomdig zouden zyn , ’t welk my ,
eensdeels om de kleinte , ten anderen om de stuk.
teerheid en koftbaarheid , niet waarfchynlyk7"**^'/*
voorkomt.
B risson fpreekt van eene Tourterelle mulette
of baltaard-Tortelduif, welke de Duitfchers
zwitter Turtel' Taube noemen, die in grootte
overeenkomt met de gekraagde, hebbende den
top van ’t Hoofd, den Hals en de Borft, Wyn-
rood, de Rug geheel Afchgraauw en ongevlakt.
De Slagpennen zyn bruin , doch van anderen
is de Kleur wit, die der Pooten rood en die des
Beks blaauwagtig bruin. Deeze komt voort,
zegt hy , uit de paaring van een gemeenen
Tortel-Doffer met een gekraagde Tortelduif.
Voorts befchryft de Heer Brisson , uit Albin, Karolinl-
E dwards en anderen,eevPortngeefche Tortelduif, fche*
als ook een Amerikaanfcbe, die de langftaartige
genoemd wordt; een geftreepte uit China en een
geftreepte uit Ooltindie: doch die van Karolina
wordt, door hem, uit het Kabinet van Reaü-
mur afgebeeld. De Braliliaanen noemenze
Picacuroba. Zy is wat kleiner dan onze Europi-
fche , zegt hy ; van boven bruin-Alchgraauw
met een weinig ros daar onder gemengd, van
onderen rosagtig ; hebbende een zeer lahge
fc.herpe Staart, de Slagpennen uit den Afch-
graauwen zwartagtig, met de buitenfte randen
I* Uksi. y, stvk, F f 5 der