ir.
Afdeel.
LV.
Hoofd •
STUK.
Berkhotn.
ne Ouerhaan, getyteld wordt. Sommigen hebben
hem voor ’t W y fje van den Ouerhaan gehouden,
hem derhalve noemende Urogallina, dat i$
Ouerhen. De Franfchen begrypen hem ook
onder den naam van Coq de Bruyere: de Engel-
fchen noemen hem Heatb-Cock , dat is Hey-
Haan, doch het Mannetje en Wyfje wordt fom-
tyds van hun door de kleur onderfcheiden, zo
dat zy het eerfte black Game, dat is zwart Wild,
het laatfte grey Game, dat is graauw Wild noe*
men. Van de Duitfchers wordt de .een Brom-
o f Birck-Habn, de andere Birck-Hen geheten,
en daar van hebben wy den naam van Berk hoenderen
ontleend.
Dit Wild onthoudt zig meelt op de Heijen
en in de Berken - BolTchagien der Noordelyke
deelen van Europa. Men vindt het egter,
in Lapland, zo menigvuldig niet als de groote
Ouerhaanen, doch in andere Landen is het ge-
meener. Rykelyk komen de Berkhoenderen
voor in de Moerallige Heijen der, Noordelyke
deelen van Engeland en Schotland ; o f , zo
Brisson w il, in de fchuinte der hooge Bergen
aldaar en der Switzerfche Alpen. De Mannetjes
houden zig troepswyze van de Wyfjes' afgezonderd:
zy maaken een ander geluid dan de
Ouerhaanen (*). Des morgens gaan zy uit om
hun
( # ) L i n n ^e u s d r u k r d i t a l d u s u i t . Extftuat in Campis,
tbmurmurans erefta Cauda, tttmidifque Juperciltis, quitfi
fibiio efllant. M e n n o e m t h e t m e t e e n W o o r d , d a t b y
d c
hun Aas te zoeken, en ’s namiddags begeeven
zy zig wederom in het Boflchagie, alwaar zy
fomtyds op de Boomen roelten , kruipende ’s
Winters dikwils onder de Sneeuw. Van de Her-
melyntjes worden ’er alsdan veelen vernield en opgevreten
, gelyk anders van de Havikken en
Kuikendieven. L inn^ os merkt aan, dat z y ,
op de Eijeren te broeden zittende, geen Reuk
hebben; ’c welk inderdaad , zo men het naauw-
keurig waargenomen he e ft, iets byzonders
is.
De Berkhoenderen zyn buiten twyfel mede
het Voorwerp van die Jagt, welke Hoenvliegen
genoemd wordt en waar omtrent, in fommigen
onzer Provinciën, een Verbod gegeven, in anderen
een Bepaaling gemaakt is door de Hooge
Overigheid. Van Berk- o f Kajieelboenderen,
Veldhoenderen en andere Edele Vogels, werdc
in den jaare 1 7 1 7 , door de Staaten Generaal,
verbooden hetBroedzel te verhielen in het Over-
kwartier van Gelderland. Het raapen o f op-
neemen van derzelver Eijeren is in ’t algemeen
ongeoorlofd, zo wel als van die der Patryzen
of Faifanten.
Deeze Vogels hebben omtrent de grootte
van tamme Hoenderen , doch de Haan is grco-
ter , zynde van kleur zwartagtig V io le t, de
Hen
d e J a a g e r s g e b r u i k e l y k i s , i a ’t H o s g d u i t f c h e g t e r ,
i n b e i d e n , baltzen.
I . D e e l . V . S t u k .
rr.
Afdeel.
LV.
Hoofd.
STUIf.
Berkbotm.
Geftalte.