jf> is een Opzigter van de Stads Zwaanendrift, die
Afdeel. de Zwaanen merkt met het Stads Wapen om
XXV. jen hais dezelven bv beflooten Water ophaait
Hoornstuk.
en verzorgt; moetende Jaarlyks, ter bekwaa-
Z-voaan. mer tyd, de Zwaanen plukken en de Veeren
getrouwelyk bewaaren, als ook van de zoda-
nigen die derven o f verongelukken,. brengende
de Veeren den Burgemeefteren ’t huis.
Zwaanen- In de Provintiën van Vriesland en Gronin-
Ho1' gen zyn ampele Reglementen op de Zwaanen-
Jagt, welke in de laatftgemelde aan alle de
genen, die het Regt tot de Jagt hebben , vry
ftaat , mids zy dezelve op jonge Zwaanen niet
oefenen voorden 15 September, en in Vriesland
niet voor den 1 Oktober. Die Zwaanen
Jaagt om de Pennen te fchieten vervalt in Boete
: zo ook die eens anders Zwaanen benadeelt,
mids dezelven gemerkt z y n , of die Zwaanen,
te broeden zittende; Hoort, al ware het op
zyn eigen Land; doch dan komt hem van elk
paar Zwaanen een Jong toe o f een E y ; anderszins
moet de Eigenaar der Vogelen hem
daar voor een Gulden betaalen. [Geen Vogelaar
mag oude of jonge Zwaanen dooden, fchieten
o f vangen, die bolftaart o f aan de Vleugels gemerkt
z y n , op een Boete van drie Goud-gul-
dens in Vriesland, ten profyte van den Eigenaar;
doch in de Provintiè van Groningen is
zulks verbooden op een Boete van vyfentwin-
tig Guldens, en zes Guldens ten voordeele
van den Eigenaar, voor ieder Zwaan. Daarenen
boven mag niemand wilde o f onbekende II,
Zwaanen merken, zo hy tot de Zwaanen-Jagt Afde
XXV
niet is geregtigd (*). Hoofde
Dit alles wyfl: de voortreifelykheid der Zwaa- stuk.
nep aan, die inderdaad de gröotften niet alleen, Zwaan.
maar ook de fchoonften zyn van onzeZwemvo- Y0,°.Ftr.ef ‘
. . . + felykhëids
gelen en zo fchoon, dat de Oudheid hun het
Voorregt heeft vergund om den Wagen te
trekken van de Godin der Liefde. Jupiter nam
de geftalte van een Zwaan aan, wanneer hy
Leda liefkoosde. De kleur van deezen Vogel
wordt aangehaald als een voorbeeld van
de volmaakfte blankheid. Ook is de Minnaary
der Zwaanen opmerkelyker wegens haare grootte
en fchoon heid; alzo z y ; na de Paaring, zig
dompelen en by herhaalingen , al fpeelende,
elkander vervolgen , gelyk de andere Watervogelen.
Men w il, dat de Ouden het maak-
zel der Vaartuigen van den Zwaan ontleend
hebben. Wanneer zy in Switzerland op eenig
Meir zig vertoonen , wordt dit gehouden als een
Voorteken van ftrenge Vorft. In Vrankryk
plagten zy weleer zeer in de mode te Zyn i
men zag de Seine, zo boven als beneden Parys;
bedekt met Zwaanen, waar van tot onlangs zeker
Eilandje, daar men hun opvoedde, den naarn
gevoerd heeft. Tegenwoordig worden ’er nog
veelen gehouden op ’t Kanaal van Verfailles,
te
(*) Zie de Nednl. jaath. van ’t jaar i j fO , bladz. 475.
en van 17^2, bladz. 1347.
I. D eel. V. Stuk. B %