II. z yn , gelyk die der Qverige Pappegaay-Duike-
A fdeel. ren Penguyns, ook zeer klein ennaauwlyk»
XXVTT ^
Hoofd tot v^eSen bekwaam: de Poocen rood.
STUK*
tv * (4) Pappegaay. Duider met een , ongegroefde'!}
Lam-via. langwerpigen Bek; de Bovenkaak geelagtig
W ? ' W w p f c
XXXVII.
|ï?. 4. De Griekfche naam van deezen Vogel is
Ouria; de Franfchen en Engelfchen noemen
hem Guillemot, en die van York Scout, die
van Gornwal Kiddavp. Ook wordt hy in Engeland
wel Sea-Hen, dat is Zee-Hen geheten.
In Noorwegen is hy onder den naam van Lan-
givie o f Lomgivie en op Faro by dien van Lom-
via of Lamvier bekend:doch de Lomrpefchynt
piy toe een veel grooter Zee-Vogel te zyn.
Men vindt ze menigvuldig aan de Kult van
Noorwegen, onder de Alken en Zee-Pappe-
gaaijen. Zy zyn tot vliegen bekwaamer dan
de andere Pappegaay-Duikers, en neftelen ook
in de Rotfen, leggende maar één Ey,dat groen-
agtig is met zwarte Vlakken en zeer groot. De
geltalte is als die van een Eend; de kleur zwart-
agtig bruin van boven en wit van onderen , behalve
aan den Keel en Hals; de ;kleinlte Slagpennen
wit getipt, de Staartpennen bruinagtig.
(5) Pap-
(4) Alea Roffro l^evi oblongo ; Mandibula fuperiore
jnargine flavescente. Syft. Nat. X. Lomvia. C lus. Exo;,
367. Wiel. Om. 244. T. 6j. Raj.My. 120. Guillemot.
A l?. I. p. 80. T. 84.
(5) Pappegaay - Duiker met een ongegroefden II.
Elsvormigen Bek , de Buik en een Vlak op Afdeel
de Wieken voit, de Pooten rood. Hocfp-
Deeze wordt, in ’t algemeen, de Groenland- 4 S Ij
fcbe Duif geheten; doch de Sweeden noemen €tyiu
hem, in Gothland, Grylle of Grautle , in Oe-
land Alle, en elders Sjoe.Orre o f Grisla. Hy
js wat grooter dan een Duif, geheel zwart,
uitgenomen de Buik ep Vlerken, hebbende de
Pooten rood. Meelt onthoudt hy zjg in Z e e ,
op den Noorder Oceaan, omtrept de Kuiten
van Ysland en van Groenland. Z y neltelep
zelfs in de Rotfen van Spitsbergen en leggen
twee Eijeren ; vliegende, meelt*al, by paarcn,
zelden troepswyze. Hunne vlu gtis, gelyk die
der Patryzen, met een fnelle beweeging der
Vlerken en meelt langs de oppervlakte der Zee.
Zy duiken veel en kunnen lang onder Water .
blyven. De Bek is zeer lang en fcherp, niet
famengedrukt o f platagtig op zyde , aan het
pnd een weinig omgeboogen. Sommigen willen,
dat hun den naam van Duif gegeven z y ,
wegens het piepen der Jongen of wegens de'
groot-
(j) AIca Roftro laeri fubulato , Abdomine maculdque
Alarutn alba , Pedibus rubris. Syfi. Nat. X. Colymbus
pedibus Tridactylis palmatis. Faun. Suec. 124. Com-
lumba Groenlandica. Mart. Spitzb. 56. T. L. f. R.
Will. Om. 245-. R aj. M-v. 121. n. 6. Alb. ^4.y. 1^,
p. 73. T. 80. Edw. M-y. 50. T. 50.
!•. Dïsi, Vt Stvk. F j