XXXII. H O O F D S T U K .
pefchryving van ’£ Geflagt der D uikeren , ’t
welk de Lom, Ember-Vogel, Fuut m kleine
Duikertjes of Aarsvoeten bevat. Vangft der
Lommen op Ysland. Gebruik van de BorAvel-
letjes der Fuuten.
DE Latynfqhe Geflagtnaam Colymbus kan te
regt, in ’t Neerduitfch, D uiker vertaald
worden. Ook heeft de Heer B risson eenigen
deezer Vogelen begreepen in een Geflagt , daar
by den Latynfchen naam Mergus en den Fran-
fchen Plongeon, die het zelfde betekenep, en de
algemeeqe Eigenfchap deezer Vogelen uitdrukken
, aan g e e ft; hoewel ’d waar is, dat zy
dezelve gemeen hebben met veele andere Zwemvogelen.
De Duikers worden, in de Nederlanden,
ook Scholvaars geheten, volgens vAl-
DROVANDUS.
De Kenmerken zyn; een tandelooze, Els?
vormige , regte, fcherpe Bek 5 de Pooten ag-
terlyker dan het punt van Evenwigt. B risson
onderfcheidt zyne Colymbi, die hy in ’t Franfch
Grebes noemt, van de Mergi of Plongeqns, doordien
de Vingers in de eerften h a lf, in de laat-
ften geheel gewebd of met een Vlies vereenigd
z y n : in allen is de agterfle van de drie voor-
ften afgezonderd en niet met een Vlies aange-
hegt.
J.pEEi. V.SrvK. I 3 Hy
uit
A fdeel.
XXXII.
Hoofd,.
STUK,
Naam.
Kenmerken.