XXV.
Hoofd
stuk.
Wilde
fenden.
Gebruik.
derdaad veel grooter dan de Zenuwen van ee.
nigen anderen Vogel met een ronden Bek.
De geftalte der Eenden vereifcht gee.ne be-
fchryving , als genoegzaam bekend aan iedereen.
Hunne kleur verfchilt eenigermaate, doch zo\
veel niet als in de Hoenderen. Onder de wilden
worden ’er gevonden, die grooter dan ge-
woonlyk zyn , Stoer - Eenden genaamd; doch-
anders noemt men de wilden gemeenlyk Spiegel
Eenden of gekraagde. Sommigen derzel-
ven zyn Afchgraauw, anderen gevlakt. Allenhebben
zy dit met de tamme Eenden gemeen,
dat de Kop en ’t bovenfte van den Hals van ’t
Mannetje praaien met een heerlyke groene
kleur, die een weerfebyn heeft van Goud en
een fierlyken.Purpergloed. De Borft der Woorden
is Kaftanie-bruin, zy zyn een weinig grooter
dan de Wyfjes; anders is ’e r , in deHerfft,
geen verfchil tufichen beiden..-
Het Vleefch der wilde Eenden wordt beter
geagt dan dat der tamme of Hok- Eenden , die
allerley onzuiverheden der flilftaande Wateren
inzwelgen. In de Genees- en Heelkunde wordt
derzelver Vet aangemerkt zeer kragtig tot
Pynftilling, verzagtend en oploffende te zyn:
weshalve het in veelerlcy Winkel Zalven komt.
Aan ’t Bloed wordt een tegengiftige kragt toe-
gefchreeven. Een levendig opgefneden Eend
wordt geoordeeld tot Geneezing van ’t Kolyk
té dienen , wanneer men hem op den Buik van
den Lyder legt.
f o k ) Eend met de middelüe Stdartpemen (in 't I f ..
° Afdeel;
Mannetje') omgekruld en een krommen Bek.
Onder de tamme Eenden komen ’er fomtydE
XXV.
Hoofd*
stuk.
voor, die zo wel als dè voorgemelden bont en xxxv.
van verfcheiderley kleuren zyn , verfchillende ^d»nca.
byna alleen doordien .hunne Bek haakswyze ‘ *
krom is. Zy fchynen ook een weinig kleiner
ën fchraalder te zyn van Lyf. Hoe deeze foort
uit de andefe vbortgekomen z y , is my onbe*
kend. zeut L inneus.
(36) Eend met een neerhangende Kuif en de
Rug Pan agieren nrederzyds met een omgekrulde
Veder , die fammgedrukt is en verbeken.
De eze, die in China woont, eh kleiner dan
bnze tamme Eenden i s , voert den naam van ta.
Chineefche Taling, ónder welken h y , zeer TaUngf'6
naauwkeurig, door E dwards is afgebeeld. In
grootte overtreft hy onze Talingen eén weinig.
Hy is met eene Kuif van groene en rofie
Vederen voorzien; doch deeze Kuif hangt om
den Kop neer en maakt als een fobrt van Kapzel
(5^) Anas Reöricibus imèrmediis (Maris) recurvatjs,
Boftro incurväro. Syfl. Nat- X. Anas Domeftica, Roftrd
adunco- Will. Orn. 280. Raj. ïA v. ijo . A lb. ^ v.II.
p. 86. T. 96, 97.
(36) Anas Crifta dependente, Dorfoque pofticomriffi-
que PennÄ recurvata coinpreffä elevatä. Syfl. Nat, X.
Querquediila Sinenfis elegans. Edw. fe r . 102. T. iq%‘
Kinmodfais. ffampb. Jap. 129- T. io.
i . Deki» V; Stuk, Ê £