II. (4) Snep met een regten Bek, die het grondfiuk
A fdeel. rood beeft; de Booten hoqg-rood, de Slagpen•
Hoofd- nen van ^en tweeden rang wit.
STUK.
Deeze is van Brisson in ’t Geflagt der Tringce
Totanus. gebragt, onder den Franfchen naam van Che-
P o e l f n e p . , dac is Ruiter;dewyl zyn Pooten zo lang
z y n , dat hy als te Paard fchynt te zitten. G es-
nerus befchryft hem onder den naam van Waterhoentje
, de eerfte Soort, welke van de
Duitfchers genoemd wordt Rotbein , dat i s ,
Roodbeen. Ook geven ’er de Engelfchen den
naam van RedrShank aan en fomtyds dien van
Pool-Snipe, dat is Poelfnep.' De Griekfche
naam Kalidris , wordt by fommige Schryvers
gebruikt, gelyk ook Glareola en Totanus.
Deeze Vogel is zeer gemeen op de Zeedlran-
den van Europa. Hy is veel kleiner dan de
Kievit, en komt den Plevier naby. Het L y f
is van boven gedekt met Veeren, die in !t
midden bruin , aan de randen grys zyn ; van
onderen wit. De Veeren , aan den onder-
Hals, zyn grys met witte randen. De Staart-
pennen zyn bruin-grys, met witagtige tippen,
de vier middelden en twee buitenften wederzyds
mef zwart overdwars geftreept, De Pooten
bleek,
{ 4 ) S c o l o p a x R o f t r o r e ó l o b a f x r u b r o , P e d i b u s C o c c i *
u e i s R e m i g i b u s f e c u n d a r i i s a l b i s . Faun. Snee. 1 4 9 . T o r a *
s u s . G i s n . ^A.v . f j 8 . A ldr. Orn. 1. 2 0 . c . 2 4 . W i l l ,
Om. 2 2 0 . T . 5 3 , f . 4 . R a j , ^Ay. 1 0 7 . A lb. ^Av. I I I . p<
Ss. T. 87.
bleek of helder rood , zegt Brisson , fchoon
rood, zegt Ray , en L inn^us hoog of fcharla- Afdeel.
ken-rood. XLI.
(3) Snep met den Bek boogswyze , de Pooten
hlaauwagtig, de Wieken\ zwart met Sneeuwwitte
vlakken.
Hoofd .
STUK.
V.
^.rquatd.
G e m e e n C
Wulp.
De algemeene naam van deezén, by de Schryvers
, is Nuthenius , miffehien afleidelyk van
Neomenia zegt Charleton, om dat zyn Bek
de Zeilïenswyze figuur van de nieuw te voor-
fchyn komende Maan uitdrukt. Om die zelfde
reden noemen zy hem Arquata of Arcuata avis;
de Franfchen Corly o f Corlieu , de Engelfchen
Curlew , de Italiaanen Torquato , Arcafe o f
Chdrlot. In ’t Milaneefch noemt men hem Ca-
rm , welke naam , zo wel als de Engelfche
en Franfche, van zyn Gezang o f Roepen af-
komftig is. De Ooflfriezen heetenze Wallop,
de Friefen Schrye en wy Wulp.
De Wulpen vindt men zo wel aan ’t Strand,
als op de Oevers der Rivieren en Meiren van
ons Wereldsdeei. Zy vliegen troepswyze en
aazen op kleine Wormpjes die ’er in de vogtige
Weidlanden zyn , welken zy uit den Grond haaien,
( 5 ) S c o l o p a x R o f t r o a r c u a t o , P e d i b u s c o e r u l e f c e n t i b u s
A l i s iw g r i s n i a c u l i s n i v e i s . Faun. Suec. 1 3 9 . N u m e n i u s f
a r q u a t a G esh- ^Ar. 122. A ldr Orn 1. 20.C. 21. W i l L .
Orn. 216. T . 5-4. f. I . 2. R aj. vX>. 103. A l b . ^ ty . t
p. 7J. T. 79. MARSiqL..i?<Jn»t. T. 17.
I. Deel, V. Stuk.