LXII.
Hoofdstuk.
XII.
Gyrold.
Roodkop.
XIII.
ftybra.
RoodeVlle
genvanger.
542
deren hadden hem Indiaanfch Koningje geheten,,
o f het gevlakte Vogeltje van Bengale, Amadavad
genaamd. Een is ’er van Java in het Kabinet van
R eaumur gezonden, zynde een Mannetje,’t welk
van boven bruin met donker-rood gemengd,
van onderen donker-rood was, met ronde witte
plekken hier ën daar getekend, en de Staart-
pennen zwart hebbende. Het Wyfje is Afch-
graauw, behalve de Bek en Staartpennen. K lein
noemt dit Vogeltje de kleinfte roode Vink, en
*t is inderdaad niet grooter dan ons Winterko-
ningje.
(12) Vink die groen is , met den Kop rood, de
Halskraag geel, de Borji blaauw.
Onder de Tangara’s van Brisson is deeze de
dertiende, en dezelve wordt, van hem, groene
Tangara van Peru getyteld. E dwards hadt
hem roodkoppige Groenling genoemd. Zyn groot»
te is als een Vlafchvink. Men vindt hem te
Suriname en in Peru.
(13 ) Vink die geheel rood is. -
Van B risson wordt deeze in zyn Geflagt
van Vliegenvangers geplaatfl, waarin het de ze-
ven-en-dertig(te i s , onder den naam van rooden
Ka-
(12) Fringilla viridis, Capite rubro , Collari flavo,
Peétore coeruleo. Syft. Mat. XjPafler viridis, Capite rubro.
Edw. 23. T. 23.
(13) Fringilla rubra tota. Syft. Mat. X. Mufcicapa ru»
bra. Catesb. Car. I. p. 56. T. fö.
Karolinifchen. Hy heeft de grootte van onze H-
gewoone Moflchen. Het Wyfje is geheel bruin-
geel. Men vindtze, des Zomers, in Karolina hoofd-
en Virginie. STüK»
(14) Vink die geel is , met bet Voorhoofd zwart, x iy .
de 'Wieken bruin. Amer!-"
kaanfche
Men kan deezen, gevoeglyk, Amerikaanfche Puuer-
Putter • noemen» gelyk B risson doet in navolging
van C a t ë sb y . Zyn Woonplaats is m
Noord-Amerika.
(15) Vink met den Kop zwart; een witten JSgjL
band op de Wieken, als ook boven en onder de Bahama.
Oogen, de Borji Goudgeel. fche Vmk*
1 1 C a t e s b y noemt deezen de Bahamafche Vink,
en onder deezen naam wordt h y , door Brisson
, in ’t Geflagt der Moflchen geplaatfl. H y
is van grootte als onze Vinken, en komt op ’t
Eiland Bahama menigvuldig voor.
-
Cl 6 ) Vink met een beitelswyze Staart, het Lig- XVI.
r Brajiliana.
haam Brafiliaan»
fche,
(14) Fringilla flava, Pronte nigra Alis fufcis.Syft. Mat.
X. Cardaelis Americana. C a te sb . Car. I. p. 43. T. 43.
(rS) Fringilla Capite, nigro , fafcia alba Alarum fupra
infraque Oculos ; Petftore fulvo Syft. Nat. X. Fringilla
Bahamenfis. C a te sb . Car. I. p. 42, T 42.
(16) Fringilla Cauda cuneiformi , Corpore rufefcente*
Tempotibus Uropygio Abdoinineque violaceis , Roftro
rubro. Syft. Mat. X. Fringilla coloribus rufo &c coerule®,
Braiïlienfis. E dw. ^ty. *9i , x . 191.
I. Bs si, v , Stvk,