den : weshalve ik hem niet de Angolalche,
noch de Kaapfche, maar de Afrikaanfche Geel.
gors noem. Ondertuffchen hadt de geen, dien
de Heer Brisson befchryft en afbeeldt, den
Hals, Rug en Stuit, als ook de Schouderen en
dek-Vederen van de Staart , zeer hoog-rood,
niet geel noch Goudgeel (*). Hy noemt hem,
derhalve, ook de roode Mofch. Orix is, vol-
gens A ldrovandus , een barbaarfch woord,
dat eenige Ouden op het Hazelhoen hebben
toegepaft ( f ) .
VI. (6 ) Geelgors met de Rug grys , bet Voorhoofi
Indiaan- zwa r t, den Bek fcbarlaken-rood.
fche.
Miffchien zal ;deeze ook den bynaam hebben
\ van den naam, die ’er in Indie aan gegeven
wordt. Hy heeft den Bek dik als de Kernby*
te r , doch niet krom, en Kaaken als de Geel.
gors. De Kop', Schouders en Wieken, zyn
zwart en grys gevlakt, als die der gewoone
Moffchen : de Bord en’ Buik roodagtig wit:
de Slag- en Staartpennen zwartagtig en overal
met
(*) Dus vertaal ik ’t woord f alras, dat de Heer Lm-
NjEUs gebruikt; hoewel ’t my fotntyds is vóórgekomen*
dat het vaal betekende , om dat de Heer Brisson ’cr
in ’r Franfch, gemeenlyk , ’t woord fattye tegenovet
ftek. Dit is de oorzaak geweeft, dat ik hetzelve woord
falyus ook wel eens vaal heb vertaald.
(■ (■ ) OrnithoU Libr. XIII. Cap. i i .
(6) Emberiza Dorfp grifeo, Fronte nigr^L, Roftroeos*
Cineo. Syft. Nut. X»
LXI»
Hoofdstuk.
met gryze randen : de Poöteh en Nagelen II.
Vleefchkleurig rood. Afdeeè.
LXI.
f t ) Geelgors die bruin is, met de Borjl, Keel ^°0Fn*
en Schouderen Bloedrood. VI^
Militarit.
tn een Geflagt van uitheemfche, meeft Wed- Bruine
indifche Vogelen , welken de Heer B risson
onder den Brafiliaanfchen naam Tangara voord
e k , is deeze, met den Soortnaam van bruine
Kardinaal, de dertigde. Hy onderfcheidt de
Tangara’s doordien zy de beide Kaaken aan de
punt uitgerand hebben, van de Putters, Mos*
fchen en Kernbyters, in wien dezelven geheel
zyn. Een V o g e l, die ïndiaanfche Mofch zonder
Stuit, o f Brafiliaanfche Merel by de Schry-
vers geheten wordt, opent het tooneel van de
Kardinaalen in dit Geflagt, hoewel hy ’er ook
onder de Dikbekken en Moffchen heeft, gelyk
wy gezien hebben. Onder de Tangara’s zyn
’er zeven en een BiJJchop aangetekend.
Deeze, die van K l e in de bruine Amerikaaü-
fche Vink genoemd wordt, en van E dwards
het groote. bruine Roodborftje , heeft, volgens
L innaïus , de grootte van een Lyder o f
Spreeuw. Hy onthoudt zig in Amerika en
Afie.
( 4
(7) Emberiza fufca, Pedtore Gula Humerisque
fanguineis. Syfl, Nat. X. Turdus ater , Pedtore cocci*
neo. Maf. M.d, Fr. I. p, 18. Cbin, Lagerftr. 12. Rubi*
eilla fufca major. Edw. A v> §2. T. 82.
I. D sel. V. Stuk.