H. ftaat in Koorn en veelerley flag van Befiën en
A fdeel. Zaaden, Wormen , Slakken, Mieren-Eijeren, ja
LV. zejfs groen Koorn, Gras en Kruid: zo dat men
STUK.' zeggen kan , dat zy byna alles eeten. Zy ruiten
Patrys. niet op ’t Geboomte, gelyk deroode, gejaagd
zynde, fomtyds doen. De Mannetjes zyn in
’t vegten verwoed, en zeer geil in de Bronstyd,
zodanig dat z y , geen W yfjes hebbende, wel eens
elkander treeden. Zy broeden een menigte van
Eijeren, gelyk de Hoenders, en brengen dus
wel twaalf, vyftien o f zeftien Jongen, t’ eener
Broed voort, die den geheelen Winter troeps-
wyze by de Ouden leeven, en zig niet dan ’s
Voorjaars daar van afzonderen. Gemeenlyk
vindt menze, in de Zomer, by Paaren, en in de
Herfft zyn zy op haar beft. De Leeftyd wordt,
van fommigen , gefteld op zeftien Jaaren.
Geftalte De grootte van een graauwen o f gewoonen
Patrys is als een D u if; hy verfchik ’er ook niet
veel van in geftalte, doch de Kleur is uit Afch-
graauw, ros en zwart gemengeld: op de Borft
heeft hy een Kaftanie-bruine Vlak, die naar
het Hoefyzer van een Paard gelykt; de zeven
buitenfte Staartpennen zyn ros, met witte tippen.
De Vogel is aan de Borft en op de Zyden
bleek-blaauw , aan den Buik geelagtig wit. Het
Mannetje heeft, agter aan ieder Poot , een
ftompe Spoor.
Verfehei- Brisson he^ft eene Verfcheidenheid die wit-
ëenheden.agtjg js} en gene, die hy dc Patrys vanDamaskus
kus noemt, zynde veel kleiner dan degewoone.
Men vindt deeze in verfcheide Provinciën van
Vrankryk>. zegt h y , en het zal mooglyk de gene
zyn, genaamd Roquette, die veel beter vliegt
dan de gewoone Patryzen, en daarom moeiely-
ker te vangen is. Voorts fpreekt hy van een
Berg-Patrys, omtrent van grootte als de gewoonen,
doch Kaftanie-bruin van kleur, met den
Kop en Hals vaal. Deeze houdt onder de graau-
we.Patryzen huis, in ons Wereldsdeel Hy
heeft ook een Mexikaanfchen, Ococolin genaamd
, die veel grooter is dan de onzen , en
een Brafiliaanfchen , die Jambu geheten wordt
van Pifo, Tinamon onder de Indiaanen van
Guajana.
De Patryzen zyn zeer in agting wegens hunne
fmaaklykheid en ontbreeken, als ’t in de tyd
is, nooit op koftbaare Maaltyden, waar toe de
jonge inzonderheid worden uitgekoozen. Z y
moeten wel gevoed zyn, en men laatze eenige
Dagen in de Lugt hangen , op dat hunVléefch
kort en murw worde. De Ouden zyn ook wel
eetbaar, doch bezwaarlyker te verteeren. Het
Sop, dat ’er van gekookt wordt, is zeer vet-
fterkende, en dienftig voor Menfchen van een
zwaarmoedig Geftel, In de Geneeskunde hebben
zy geen ander gebruik van eenig belang,
Uitgenomen dat een gebraden Patrys, die met
Limoenfap is toegemaakt, dienftig bevonden
wordt tegen den Buikloop, welke uit eene verzwakking
der Darmen ontftaat.
1. D eel, V. Sivk. D d 2 ( t ö )
ii.
AfdeeL
LV.,
Hoofd
STUK.
Patryst
Gebruik.