II. (8) Geelgors, die glimm,end zwart is.
Afdeel.
LXJ. Deeze woont in Indie. Hy heeft het ge-
Hoofd- L y f ia den Bek zelfs, pekzwart, doch
STUK. .............. * * ,
VIII van b °ven U1'c ^en blaauwen glanzig groen, ge.
^Atrat*. lyk in de Raaf. De grootte is gelyk die van
Gitzwarte. . , den voorgaanden.
IX. (9 ) Geelgors die grys gevlakt is, met. de tippen
^Gemee“ ' ^er ^ aart;Psmen WÈtij de Rug van agteren
zaamet. geel.
Kwikftaart met den Kop en Bek zwart, en
een geele Stuit , hadt hem Osbeck geheten.
Hy woont, in Afie en heeft de grootte maar van
een Sysje.
X. (10) Geelgors die grys is , met den Kop van voo.
Flavetla. ,
Geeltje. «M
De e ze , die van de zelfde grootte als de Gc-
meenzaame is , woont in de heete Landftree-
keD. Het Voorhoofd en de Keel zyn geel.
XI. ( 1 1 ) Geelgors die brüinagtig grys is , met de
Tfmacea. ~ •
Pappegaait*
je.
(S) Emberiza atra nitens. Syfl. Nat• X.'
(9) Emberiza gtifeo^maculata.apicibus Re&ricum albis,
Dorfo poftice fiavo. Syfl. Nat. X. Motacilla Capite k
Roftro nigro, Uropygio luteo. Osb. Itin. 102.
(lp) Einbetiaja grifea. Facie flava. Syfl. Nat. X.
(11) Emberiza cinereo • fuCca , Alis fa) vis , Rectrici-
bits duabus longiiTimis Syfl. Nat. X. Fringilla Brafilien*
üs. Seb. Muf. I. p. 103. X. 66, f. 5.
Wieken Goudgeel en de twee middeljle Staart- w.
pennen zeer lang. Afdeel.
LXI.
Seba beeldt deezen a f, onder den naam van Hoofd-
Brafiliaanfche Vink: K l e in noemt hem lang- STUK*
jlaartige Vlasvink en B risson 'plaatft hem onder
de Moflchen, met den Soortnaam van Li-
notta. Ik noem hem, naar den Latynfchen
bynaam, Pappegaaitje, niet Langflaart, om dat
de volgende de Staart veel langer heeft. Zyn
grootte is als die van een Vink. Hy onthoudt
zig in de Zuidelyke deelen van Amerika.
( 1 2 ) Geelgors die bruin i s , mei een roode Borji, XII.
twee Staartpemen langer en / p it s , de twee weeuwtje.
middeljle uitermaate lang. Pi- XLIX.
Fig. 4.
Deezen befchryft Brisson en beeldt hem a f
onder den naam van V e u v e , dat is Weeuwtje,
als de vyf-en-twintigfte in zyn Moffchen-Ge-
flagt. Alqrovandus hadt hem reeds, onder
den naam van Indiaanfche langftaartige Mofch,
doen aftekenen , welke Tekening van Johïi-
ston , Tab. X X X V . is nagevolgd ; doch niet
naauwkeurig, gelyk uit de hier voor geplaatfte
Afbeelding b ly k t, welke volmaaktelyk overeen
(12) Emberiza fulca , Pe&ore rubro, Redtricibus dua*
bus longioribus acuminatis, intermediis duabus longiffi-
mis. Syfl. Nat. X. Pafler Indicus. A ldr. Orn. 1. i f . c.
23. Win.. Orn. 184. T. 45 Pafler Pfittacus. Indicus»
Cauda longt. Pet. Gas. T. 55-. f, 1. Pafler Pedlore
nibrn, Cauda longiflinia, Edw. *A.y. 26. T. 26.
I. Beh, v. Stuk.