II. Deeze is de roode Brajiliaanfcbe Wulp van
A fdeel. B risson, die van K le in Ardea Porphyrio, van
Hoofd -^oehring ^ is en van Seba de Amboineefche
stuk. Porphyrio, of Kraal-roode Reiger, een Joort van
Wulp. Ibis» geheten wordt. Porpbyrion noemde men
oudtyds een Vogel, die Hemelfch-blaauw van
kleur, doch wiens Bek Purper-rood was, en de
Ibis is, gelyk wy gezien hebben, een andere
V o g e l, hoewel Brisson hem ook t’ huis brengt
in ’t Geflagt der Wulpen en naaft op deezen
volgen laat, die van de Brafiliaanen Guara geheten
wordt.
De roode Wulp onthoudt zig in verfcheide
plaatfen van Amerika, tuflchen de Keerkringen.
Hy neftelt in de Huizen ; leeft van Vifch,
Vleefch en andere Spyze, wanneer die in Water
zyn .geweekt. Z y vliegen troepswyze, en
het geeft een verrukkelyk Gezigt, wanneer de
Zonneftraalen op hun vallen. Ook maaken de
Indiaanen veel werks van hunne fchoone Vee-
ren, tot Kroonen en andere Hoofdfierzeleri.
De grootte is als die van een Aakfter, zynde de
Pooten dun, de Bek krom en lang als een Turk-
fche Sabel. De kleur verandert naar den ouderdom
grootelyks: eerft uitkomende zyn zy over
t geheele L y f donker bruin , vervolgens worden
zy grys, daar na wit en eindelyk krygen zy
allengs die hoog-roode kleur, welke den Flamingo
tart. In het tweede Jaar hunnes Leef-
tyds zyn zy nog grys-, wit- en rood-bont. De
Bek
Bek en Pooten blyven altoos bleek rood en de II.
twee grootfte Slagpennen z y n , aan de tippen, A fdeel, n
Kbl.
•zwart. Hoofdstuk.
(2) Snep met den Bek boogswyze, de Pooten Wuip,
rood, het L y f w it, de tippen der Vleugelen il
groen. Witte.
Deeze voert den naam van witte Wulp van
Brafil, alwaar hy ook gevonden wordt, zynde
een weinig grooter dan de roode, van kleur als
gemeld is. Het Wyfje verfchilt in geenen
deele van het Mannetje.
(3) Snep met den Bek boogsvoyze , de Pooten
rood, bet L y f bruin, de Staart aan ’f begin Bruine.
wit.
De bruine Wulp van Brafil, die door de Fran-
fchen van Guajana gryze Flamingo geheeten
wordt, verfchilt ook van de twee anderen
naauwlyks dan in kleur. Zy onthouden zig
alle drie in verfcheide Landftreeken van A-
merika.
(4)
(a) Scolopax Roftro arcuato , Pedibus rubris , Cor-
pore albo, Alarurn apicibus viridibus.Syfl. Nat, X. Nimie-
nius albus. C a tesb. Car. I. p. 82. T. 82.
(3) Scolopax Roftro arcuato» Pedibus rubris, Corpore
fiifco, Cauda bafi alba. Syfl. Nat. X. Numenius fufcus.
C atesb. ‘Car. I. p. 83. T. §3.
I, De Et. V. Stuk,