]I. en aan hunnen Meefter brengen. Byaldien de,
A fdeel. Vifch te groot is, zo helpen zy elkander, nee.
XXX. mende de een hem bv den Kop, de ander bv
H o o fd - , A , . •" , ' É , J
s tu k . c‘e Staart, en dus brengen zy hem, al fleepen-
MormeranA?) aan de Schuit, Moede zynde laat menze
wat ruften, doch geeft hun niet te eeten voor-
enaleer de Vjfchvangft gedaan z y , geduurende
den welken hunne Keel roet een Touwtje- digt
gebonden is , op dat zy door het inflokkenvan
kleine Vifchjes niet m.ogten afgetrokken worden
van hun Werk. Somtyds worden deeze
Vogelen Yzeren ringen om ’t laagfte van den
Hals gedaan, en men laatze den Vifch, dien
zy in den Keel hebben ingeflokt, weder uitbraa.
ken. Die manier is in Europa in gebruik.
(5eftalte. Volgens den Heer B risson is de geftalte van
den Kormoran dusdanig. Hy heeft omtrent
de grootte van een Gans. De Wieken liaan
ruim vier Voeten u t ; de Bek is omtrent vier
Duimen lang:de Vingeren der Pooten zyn zeer.
dik en fcherp genageld. Hy heeft een Kuif op
s£ hoofd, Van boven is het L y f donker Koperkleur,
naar ’ t groen hellende, met de randen
der Vederen zwartagtig; van onderen groenag-
tig zwart: de Kop en ’t bovenfte van den Hals
roet overlangfe witte ftreepjes getekend : de
Keel en een Vlak buitenwaards aan de Dyën
wit: de Staartpennen zwartagtig. De Bek is
eenigermaate Afchgraauw., de Pooten zyn gitzwart.
De Staart is langer en loffer dan in de
overige Watervogelen, zegt L innvEUs,
Deeze
Deeze Autheur hadt, in Sweeden, een Wa- jp
ter-Raaf gevonden, die kleiner was, van onde- A fdeel.
ren bruin, hebbende maar twaalf Staartpennen, :jf§ff|i
IJOOFDdaar
de voorgaande ’er veertien hadt (*). Hy STUK.
maakt daar thans geen gewag van onder de Kleine Kor-
Kropganzen. R a y , die hem pyhnvoetige. Kaaiiw
noemt, zegt, dat hy in Engeland den naamR-aaf. ,
van Sh'agge, en in de Noordelyke deelen dien
van Crane voert. B risson geeft ’er den naam
aan van kleine Kormoran, en belchryft zulk oenen
uit het Kabinet van R eaumur.
Hy is veel kleiner dan de voorgaande , van
boven groenagtig zwart, van onderen bleek
Afchgraauw, mét een witten Keel, den Buik-
bruin, de Staartpennen zwartagtig, de Boven-v
kaak zwart; de Onderkaak in fdmmigen rood-
agtig graauw , in anderen' geelagtig groen en
de Pooten bruin, maar de Nagelen zwart. De-
wyl hy zig by de voorgaanden onthoudt, zal
het waarfchynlyk een der drie Soorten van
Skarven of Zee-Raaven zyn , die men in Noorwegen
vindt, als gemeld is. L innatus ze gt,
dat zyn kleine Kormoran alleen!yk door witte
en bleekroode Vlakken onder aan ’t L y f , van
den grooten onderfcheiden is. Volgens Ra y is *
de Bek dunner en langer naar ’t L y f te rekenen.
Die Schryver zegt, dat deeze kleine Zee-
Raaf niet alleen aan de Zeekuftéq. van Engeland
(*) Fam, Snee. p. 42.
b Deej. V.Sivk. Pï 4