ir.
A fQjGEL.
XXX.
Hoofdstuk.
Fregat.
vogel.
Gebruik.
De Heer B risson geeft ons de hier nevené
gaande Afbeelding vafi deezen Vogel, naar eene
Tekening, welke hem van den*Heer Po iv r e ,
die dezelve naar ’t leven gemaakt hadt- ,
was medegedeeld , zeggende dat de Vogel
door hem bevonden was bykans veertien
Voeten' vlugts te hebben. De Kleur van ’t ge-
h e e le L y f , de Wieken en Staart, was zwart:
de Oogerf ftonden in een kaale plek, gelykdie
van den Pelikaan: het Mannetje, oud zynde,
hadt twee hoog - roode Vliezen aan den Keel
hangen en ’ t Wyfje hadt de Borft wit. B risson
is van verbeelding, of de Fregat-vogel, die by
E dwarOs is afgebeeld, fchoon kleiner en ros»
agtig bruin van Veeren , met roode plekken om
de Oogen, ook het Wyfjè zy van deezen.
L ab a t , die ’er eenigen gefchooten hadt, verhaalt,
dat hun Vleefch, hoewel naar Vifch
fmaakende, niettemin zeer goed en eetbaar ware
; doch hun Vet wordt aangemerkt een ongemeen
kragtig Middel te zyn tot verdryving
der Pynen van de Jigt en verllyvinge der Leden,
die uit Koude ontflaat. Ten dien einde
wordt het. Vet op ’t Vuur heet gemaakt, en dan
met Jenever o f Brandewyn gemengd zynde,
ftrykt men de plaats daar mede: o f legt ’er
een gmamv Papier o p , ’t welk met dit Vet
doordrongen z y , houdende hetzelve met Druk-
dpeken op het Deel, dat men voort* met
Windzelen omzwagtelt. L a b a t verzekert,
uit den mond van anderen , dat hier door dikwil*