ii| 1 1 til 1 'I i z ö B e s c h r y v i n g
1 I l i l ][, zig laaten dwingen , om den Vifch-, door hutl
A fdeel, gevangen, aan dezelven over te geeven, en 111
SI ||j J . ; XXX. (jus 1 ^oen Zy hun werk voor een ander; ’t welk stuk. ' ook als Zotheid kan worden aangemerkt. Zy 1 Gek. dienen, zó wel als de Kormorans, en op ge- 1 ]§i! lyke wyze, tot den Vifchvaugfl: voor de Menê
fchen, en men noeratze Zeeroóvers, dewyl zy i den Vifch langs ’t Water ftrykende vangen.
1 Menigvuldig worden deeze Gekken gevondeii 1 111 IN ifl op de Eilanden en aan de Stranden, zo van 1 den Indifchen als van den Aclantifchen Oceaan. i De Kop, Hals en Rug, zyn bruin , de Borll en Buik w it ; de . Staartpennen bruinagtig ; de 1 J Bek graauw; de Oogkringen en Pooten geel, § zegt B risson, die hun in grootte by den Mos- S l i l t 1 kaat-Eend vergelykt. Zodanig was ook de 1 kleur der Gekken, welken L eguat op ’ t Ei- 8 j:H| 11 land Rodriguez vondt. Anderen meenen , dat ’er eene Verlcheidenheid van kleuren in z y ; 1 1 Ml ! 11 ' s gelyk onder de Eenden. O sbeck h e e f t i n g 1911111 Ooflindie, waargenomen, dat de Sexe een groot verfchil van kleur in deeze Vogelen maakt; zyn- 1 111 de het Mannetje geheel zwart met den Buik
grysagtig; het Wyfje geheel wit met zwarte 1 }|| iji Slagpennen. Dit laatfte zou dan zeer naar den 1 ^fi üii 111 Jan van Gent gelyken en miflchien wel de zelf. !||| 1 de Vogel kunnen zyn. Z y hebben beiden den p Keel zwart, de Pooten roodagtig, en den Bek, aan \ ijl II Grondftuk met een Tand gewapend, in Ig it Wyfje voornaamelyk Bloedkleurig o f donker- Mui \ 11 1 rood;
Ég
sSaI» I1 $11 H1Êüto L
rood ; voorts aan den rand Zaagswyze. De
grootte is als een groote Eend.
Osbeck verbeelde zig, dat het deeze Vogel
z y , dien de Chineezen met hunne Schuitjes
op den Vifchvangft uitzendén, gelyk anderen
van den Kormoran verhaalen. Miflchien wordt
de een zo wel als de ander daar toe gebezigd.
Het laaten grypen met de Handen hebben zy
gemeen met de Fregatvogelen. Miflchien be-
hooren de bovengemelde witte en bruine ook
tot deeze Soort; waar van zy in grootte naauw-
lyks verfchillen, Van de Veeren en Jiet Vet
wordt geen gebruik gemaakt.
Men vindt, op de Kuften van Amerika, een
dergelyken Vogel, die in grootte' naby komt
aan den Gans, en derhalve den naana voert van
Great Booby by de Engelfchen, van Grand Fou
by de Franfchen, dat i s , in onze T a a l, de
groote Gek. De kleur van deezen is boven op
’t L y f donker-bruin, met wit gevlakt, zo ook
aan den Kop, Hals en Borfl:; van onderen vuil
w it; de Staartpennen bruin, gelyk ook de Bek;
de kaale plekken daar de Oogen in liaan, als
ook de Pooten, zwartagtïg. Hy onthoudt zig
op de Kuil van Florida en in de Monden der
groote Rivieren.*'
De meefte Vogelen van het Gellagt der Gekken
, zegt Brisson , hebben de Bovenkaak la«
mengefteld uit ;verlcheide Hukken, die aan elkander
gewricht zyn,- digt by den K o p , en,
door middel van deeze Geledingen, kan de
1. De éi» Y. Sn.sc,
XXX.
Hoofdstuk;
Gek.
Groots
Gek;