ir. bereiden met Reiger-Vee. Aan de gefteldheid van
A fdeel. |lun Gedarmte, ’t gene van dat der andere Vogelen
Hoofd verfchdc > doordien zy maar een enkelen Blin-
STUK. den Darm hebben; is ’t buiten twyfel toe te
fchryven , dat de Reiger een Aal o f Slang zom-
tyds wel driemaal moet inflokken ; dewyl die
Dieren hun aanftonds weer van agteren uit het
L y f kruipen. Hunne Eijeren zyn groenagtig
met graauwe Vlakken : zy leggen ’er drie en
de Broedtyd duurt drie Weeken.
Geftahe en De Reiger is kleiner dan een Oijevaar, ja zelfs
gebruik. j an een Kraanvogel : van kleur als boven gemeld
is; waar wy byvoegen, dat hy de Staart-
pennen Afchgraauw heeft, naar de tippen bruin-
agtig ; den Bek van boven groenagtig geel,
van onderen geelagtig, aan ’t end zwart, de
Pooten groenagtig. Zyn gewoon poltuur is ,
den Kop ingefloken te hebben tufïchen de Schou-
deren, met den Hals omgedraaid. Hy is een
ongemeene Vifchvraat en vernielt zelfs veelen,
die hy met zynen Bek dood fleekt, zonder ze
te kunnen mede neemen, om dat zy te groot
en zwaar voor hem zyn. De Jongen worden
met de Ingewanden van Vifch o f met Vleefch
vet gemaakt, als wanneer,men ’er Geregten van
bereidt voor de Tafels der Grooten, die zeer
fmaakelyk zyn. Het Vet wordt gehouden voor
een goed verzagtend en oploffend Middel, inzonderheid
tegen het Voet-Euvel, als ook tot
opheldering van ’t Gezigt en om de Doofheid
te geneezen.
De
De Heer Brisson , die den gekuifden blaau- jfj
wen Reiger , welken fommigen voor ’t Man- Afdeel.
netje houden , van den ongekuifden onder-
fcheidt, heeft nog verfcheide anderen, zo Eu- STUK,
ropifcheals Amerikaanfche, blaauwagtige, bonte
en gryze Reigers; waar onder ook die een
weinig kleiner zyn dan de gewoone Europifche.
De gryze, by voorbeeld, heeft maar de grootte
van e enK ra a y ; de bontej onthoudt zig in
Italië, en heeft de grootte van onzen blaauwen
Reiger. Zyn tiende Soort is de groote Kuif-
Reiger van Virginie, die volgt. *
( n ) Reiger met het Agterhoofcl gekuifd, de XI.
Rug Afchgraauw , de Dyën ros , de Borft Groote'
met langwerpige zwarte Vlakken. ge^ ’ ^ei*
De Vo gel, dien Edwards bruine Kanada-
fche Reiger noemt, wordt door den Heer Bris-
son afgezonderd van deezen, dien Catesby de
allergrootfte Amerikaanfche gekuifde Reiger
heeft geheten. Ik denk, dat de Heer Linn^eus
’er den Griekfchen naam, Herodias, welke de
algemeene Naam der Reigeren is, by uitmuntendheid
aan toepafl.
’t Is inderdaad de allergrootfte onder de ei-
gentlyk zo genaamde Reigers. Hy heeft, van
’t end
(n ) Ardea Occipite criftato, Dorfo cinereo, Fetnori.
bus rufis , Pectore maculis oblongis nigris. Sy(t, Nat.
X. Ardea fufca Canadenfis. Edw. ^€v. i j j . T. i j c .
Ardea criftata maxima Americana. Catesb. Cr,rel. 3. p,
10. T. io?
I. Deel. V. Stuk,