B E 5 C H R ï V' I 8 ö
IPM
XXV.
Hoofdstuk.
i
zei of Kalot; weshalve L inisueus hem met reden
noemt gekapte Eend. De Pooten en Bek
zyn rood: de Rug bruin met blaauwe vlakken:
de Rugpennen overend ftaande, ros en Homp.
De binnenfte Slagpen Raat,als de Wieken toe-
geflagen z y n , met den eenen rand verheven
boven de Rug , zynde ros en voorwaards als
een Zeiiïen.
x x x v ii. (37) Eend met een neerhangende Kuif , die
Bruidje*" dubbeld is, van kleur uit Baaim-groen en
wit gemengeld.
Men vindt deezen van C atesby genoemd de
fierlyke gekuifde Eend; van Browne, de bruine
gekuifde, die aan de Keel wit is, met een boog-
geele Regenboog. Anderen noemen hem de
Zomer-Eend en de naarn , dien hy by de Inboorlingen
van Mexiko voert, is Tztactzony-
ayauhqui, o f Vogel van verfchillende Hoofds
geftalte. De Engelfchen noemen hem Ame-
rikaanfehen Bofch-Eend; alzó hy zig onthoudt
in Noord-Amerika, maakende zyn Neft in de
gaten van Boomen, die in ’ t Water groeijen.
. LiNNiEUs h e e ft’e r , waarfchynlyk wegens zyn
Kapzel, den naam van Bruid aan gegeven.
Z y zyn veel kleiner dan onze tamme Eenden.
De
(37) Anas Crifta dependente duplici, Viridi coeruleo
alboque varia. Syft. Nat. X. Anas ctiftatus elegans. Ca-
tesb. Cat. I. p. 97. T, 97. Enw. ^ ty. 101. T. 101«
Anas fufca criftara , ad Gulana alba , Iride flammea,
Brown. Jam. 481.
ij 1
De kleur van ’t Mannetje is boven op ’t L y f jf.
donker-bruin met een Goud-groenen weerfchyn, L’
van onderen wit: de Kop Goud-groen van bo- j(,)GFIÈ
ven; aan de zydeo, en ’t bovenfte van den stuk.
Hals, glanzig Violet: een witte ftreep boven de
Oogen: de Kuif uit Goud groen, wit en Violet
gemengeld: de Borft Wynagtig Kaltanje
met witte Vlakken : de Zyden wit en zwart
overdwars geftreept: een Goud-groene vlak op
de Vlerken , met een weerfchyn van blaauw en
Violetkleur, van onderen met een witte ftreep:
dé twee middelfte Staartpennen donker Goudgroen.
Om kort te gaan , het is een ten hoog • .
fte fierlyk gekleurde Vogel: doch het Wy fje
is bruin over ’t gantfche Lighaam.
(38) Eend die graauw is , met den Kop eenigermaate
gekuifd , den Buik voit met zvparte Boom-
Smient#
vlakken.
B risson noemt deezen de Jamaikafche Smient,
anderen de zwartbekkige of de Boom-Smient,
en de Guajaners Opano. Hy is vanboven bruin,
met de randen der Vederen rosagtig; van onderen
wit, met zwarte Vlakken; de top van
’t Hoofd en de Stuit zwartagtig; de Wangen ,
Keel en onder-Hals w i t ; de Borft ros met
zwarte
(38) Anas grifea, Capite fuberiftaro, Abdoitiine a!bo
nigroque maculato. Syfl. Nat. X. Anas fi.it ti! ar is rufusa
Roftro nigro , Occidentalis. Edw. 193. T. 193»
Anas Fiitularis Arboribus infidens. Sloan. Jam. II. p-
324. T. 272. R aj. ^Ay, 192.
I. Deei, Y, Stuk. E 3