n> getyteld, die hem , in ’c Geflagt der Tringa,
A fdeel. Gp den Chevalier, ( Tot anus, ) volgen laat.. Ook
LXII. z ie ik niet, waarom hy meer den naam van
stuk° ' Roodbeen voeren zoude , dan de Kievit , die
Ruiter» ook roode Pöoten heeft. De Engelfehen, eg-
ter, noemen hem roodbeenige Ruiter.
’t Is een Vogel wat kleiner dan een Kievit,
die zig op dergelyke plaatfen onthoudt, hebbende
van boven de Veders bruin, met Afch-
graauw gerand, van onderen het L y f wit, met
roffe vlakken; de Stuit w it ; de Staartpennen
graauwagtig met zwarte dwars-ftreepen en witte
tippen ; de Pooten rood , of geelagtig rood
volgens Kl e in , o f geel volgens! Ra y : de Bek
half foöd, dan ’t end zwart.
IV. (4) Strandlooper met roode Pooten , het Lig-
Inl erf,rei' haam zwart, wit en Roellkleurig bont, dé
X ö I K . |
Borjl en Buik wit.
De Heer B risson maakt hier een byzönder
Geflagt van, onder den naam van Arenaria,
in ’t Franfch Coulon-cbaud. K lein , die hem
Gavia noemt, meende, dat het de Zand Plevier
was van Ra y ; doch deeze Autheur maakt ’er
gewag van onder den naam van Morinellus, in
’ t Engelfch Turn-Jlone of Sea-Dottrell, hoedanig
eenen hy aan de Zee-Kuft van Cornwall hadt
ge»
(41 Tringa Pedibus rubris, Corpore nigro, albo, fer-
tüeineoque vario, Pectore Abdonv.neque albo. It GothU
217. Faun. Suec. 1 j 4. Morinellus Canadtfnfis. Enw-
+AV. 141. T. 14I.
gezien. In Gothland, alwaar hy zig op de Eilanden
Heiligholm en Clafen onthoudt, noemen
de Inwooners hem Tolck , ■ zegt L innjEUS.
Moehring hadt ’er den naam yan Cinclus aan
gegeven.
’t Schynt een Kanadafche Vogel te zyn, die
de grootte, ongevaar , van een Lyfter heeft;
den Bek eer een weinig opwaards gekromd dan
regt: de kleur van boven bont, als gemeld is,
van onderen w it, gelyk ook die van den Hals
en Stuit : de Staartpennen ten deele' wit, ten
deele bruin : den Bek zwart, de Pooten Oranjekleur.
(5) Strandlooper, hebbende den Bek Elsvormig
aan de punt geboogen, de Pooten groenagtig
met gelobde Vingeren, den Buik witagtig van
kleur.
De Heer B risson h e e ft, in zyn agttiende
Rang, een byzönder Geflagt gemaakt van een
Vogel, waar aan hy den naam van Phalaropus
toe-eigent, omdat dezelve Voeten heeft, welker
Vingeren bezet zyn met Vliezen, van on-
gelyke breedte , aan de zyden hier en daar
uitgefneeden, gelyk die van den Koet, welke
in ’t Griekfch Phalaris heet. Tot dit Geflagt
is betrekkelyk deeze en de volgende Soort van
L in-
(•$■ ) Tringa Roftro fubulato ap/ce inflexo, Pedibus vi-
rpfcentibus lobaris, Abdomine albido. Syfl.Nat X. Tringa
fufca , Pedibus Fulicae. Edw. ^Ay. 143. T. 143. & 46.
T. 46.
V Reu. V. Stuk. Q 3
m
Afdeel.
XLII.
Hoofdstuk.
Tolk.
V.
JLobdtdi
Koet. Plevier.