E ë S C H R Y V I N G
XXV.
Hoofdstuk.
Zwaan.
Woonplaats.
14
fchen Kuknos afkomftig fchynt te zyn ; doch dö
Latynfche Pöeeten gebruiken onverfchillig het
Woord Olor. O f hy van de Hebreen bedoeld
zy door het Woord Tinfchemet is nier zeker ,
doch fommige Arabieren noemen hem Baskak
en Cinnana o f liever Cimarid, volgens Ai>
DuovANDus. De Naamen , die hy in de meeste
Taaien van Europa heeft ^ zyn van den La-<
tynfchen afkomftig : dus noemen hem de
Spaanfchen Cifne, de Itaiiaanen Cino of Cigno,
de Franfchen Cygne; maar de Engelfchen volgen
den Hoogduitfchen naam Scbwan, noemende
hem Swan, het jong Cygnet, en denf
wilden Zwaan Elk of Hooper. In Svvitzerland
wordt deeze Vogel Oelb , Oelbs , o f Elbs geheten
, en in Poolen Labec, in Sweeden Swan.
Deeze Vogelen onthouden zig in verfcheide
deelen des Aardbodems en zy fchynen Trekvogelen
te zyn. By de Ouden waren twee Rivieren
van Afie vermaard wegens de menigte
van Zwaanen, die op dezelven zwommen. Volgens
Plutarchus fchynt, in zyn Leeftyd , het
Vleefch derzelven geen ongewoöne Spyze te
zyn geweeft. Wanneer, voor eenige Jaaren,
in Ooftindie Schepen wérden uitgezonden, om
het Zuidland te ontdekken, zo vonden die, aldaar,
op zekere Rivier een menigte van Zwaanen
, waar van zelfs eene levendig te Batavia
gebragt werdt. Dezelven verfchilden alleenlyk
van de Europifchen door hunne graauwe kleur.
Op de Rivieren van Lapland zyn zy in de Zomcr
* Ö Ë R Ë E N D E N. 15
mertyd overvloedig, zo L inn^eus meldt, en jj,
men vindtze ook in Noord-Amerika. A fdeel.
Het Plakkaat van den Koning van Spanje, tXXV.
. . . . . Hoofdvan
’t jaar 1559, verbiedt, uit aanmerking dat STUK>
de Swanen en Duiven niemand, fcbadelyk zyn, Zwam.
als o o k , op dat de Swaneryën en Duivenvlug-
ten zyner Vafallen en Onderdaanen niet mogtetL
vernield of verdempt worden; het fchieten van
oude en jonge Swanen of Duiven met Boffen of
met Bogen, als ook dezelven met Netten en andere
Injlrumenten of Honden te doen Jagen ofte
byten; 'en voorts, dat men ook geen Swanen
Eieren of Jongen rooven mogt op de verbeurte,
de eerfte reize van X X V Caroli Guldens van
20 ft. ’t ftuk, en van X X X dito Guldens de
tweede reize, benevens arbitraire Straffe (*).
Vervolgens werden z y , in de Plakkaaten van
Prins Maurits gegeven, in ’t voorfte der Ze-'
ventiende Eeuw, gelyk gefteld met de Ganzen
, Eenden, Duiven en andere Vogelen, welker
Neften men niet berooven noch de Ouden
o f Jongen vangen o f dooden mogt, in de Wateringen
, Vyvers , Vogeleryën , Driften of
Duifhuizen, der Ingezetenen -van ’t Graaffchap
van Holland ( f) . In het Plakkaat op deHout-
veftery en Jagt, van ’t jaar 1684, worden de
wilde Swanen geteld onder het vliegend Wild
o f Edel Gevogelte, dat men niet fchieten, van.
gen
Groot Plaibaatboek I. Deel. bladz. 130°*
Cf) ’t Zelfde, ibifj.
bDi.it,, V.