toegepast op een volk dat in trap van beschaving van de
Javanen zeer aanmerkelijk verschilt (2). Inmiddels wil ik zoo
beknopt mogelijk uiteenzetten wat dat stelsel is.
De wijze van bestuur voor Java aangenomen, bestaat daarin,
dat de geheele reeks van inlandscbe hoofden bebouden is , van
de dorpshoofden af tot aan die Vorsten| die, onder den naam
van Regenten, afdeelingen besturen ongeveer zoo groot als een
klein Engelsch graafschap. Naast iederen Regent Staat een
Nederlandsche Resident of Adsistent-resident, die bescbouwd
wordt als zijn “oudere bfoeder”, en die zijne “bevelen” geeft
in den vorm van “aanbevelingen,” wat niet verhindert dat zij
onvoorwaardelijk worden gehoorzaamd (3). Aan iederen Adsistent-
resident is een Controleur toegevoegd, eene soort van Inspec-
teur over de lagere inlandsche hoofden, die van tijd tot tijd
ieder dorp in het district bezoekt, de handelingen der inlandsche
gerechtshoven nagaat, Machten tegen de inlandsehe hoofden
aanhoort en het opzicht houdt over de Gouvernements-cultures (4).
Dit brengt ons tot het “cultuurstelsel”, hetwelk de bron is van
al de schatten die de Nederlanders uit Java trekken, maar
waarvan in Engeland alle mogelijke kwaad wordt gesproken ,
omdat het lijnrecht tegenover “vrijen handel” Staat. Om zijn
nut en zijne weldädige werking te begrijpen, is het noodig
vooraf de gewone uitkomsten van den vrijen handel van Euro-
peanen met onbeschaafde volken te schetsen.
De inboorlingen der tropische gewesten hebben weinig be-
hoeften, en wanneer aan deze voldaan is, zijn zij ongeneigd
zonder eenigen Sterken priklcel voor de verkrijging van het
overtollige te arbeiden. Bij een zoodanig volk is het invoeren
van eenige nieuwe of systematische cultaur schier onmogelijk,
tenzij door tusschenkomst der despotieke bevelen van hoofden
wien zij gewoon zijn gehoorzaamheid te betoonen, als kinderen
aan hunne ouders. De vrije mededinging van Europeesche han-
delaars echter weet twee mächtige verlokkingen tot inspanning
aan te wenden. Sterke drank en opium zijn middelen van ver-
zoeking waaraan weinige wilden wederstand weten te bieden;
om die zoo begeerlijke zaken te erlangen, zullen zij alles ver-
koopen wat zij hebben, en werken om meer mächtig te worden.
Een andere verleiding die hun te sterk is, bestaat in de aan-
bieding van goederen op crediet. De koopman biedt hun bonte
kleederen, messen, gongs, geweren en buskruit aan, om be-
taald te worden door oogsten die wellicht nog niet gezaaid,
en boschproducten die nog niet ingezameld zijn. Hun ontbreekt
de bedachtzaamheid noodig om hunne begeerten te beperken, en
de geestkracht om van den morgen tot den avond te werken
om zieh buiten schulden te houden; het gevolg is dat zij schuld
op schuld stapelen, en dikwijls jaren, ja levenslang, schul-
denaars blijven en bijna slaven worden. Dit is een toestand die
zieh in alle deelen der wereld op groote schaal voordoet, waar
menschen van meer ontwikkeld ras vrijelijk handel drijven
met hen die lager staan op de ladder der beschaving. Onge-
twijfeld wordt daardoor de handel tijdelijk uitgebreid, maar
het demoraliseert den inboorling, stremt den voortgang van
wäre beschaving, en leidt tot geene blijvende vermeerdering
van den rijkdom des lands, zoodat zulk een land voor het
Europeesch bestuur op den duur een lastpost wordt (5).
Het stelsel door de Nederlanders ingevoerd, was, de bevol-
king, door tusschenkomst harer hoofden, te nopen een deel
van hären tijd te wijden aan de teelt van koffie, suiker en
andere producten van waarde. Een bepaald dagloon — gering
wel is waar, maar nagenoeg gelijk aan dat van alle plaatsen
waar de mededinging der Europeanen de loonen niet kunst-
matig heeft opgedreven — werd betaald aan de arbeiders die
onder het toezieht der Regeering den grond ontgonnen en de
plantages aanlegden. De opbrengst wordt tegen laag gestelde
prijzen aan het Gouvernement geleverd. Van de netto -winsten
der bevolking krijgen de hoofden zekere percenten en wordt
11*