(is) Daarentegen weet Wallace niets van.een Maleisch en Bataksch ras,
welke door Junghnlin ingevoerde onderscheiding door Dr. de Holländer in
zijne “Handleiding tot de land- en volkenkunde van Ned. Indie” bij zijne
ethnologische schetsen overal werd ten grondslag gelegd. Ik heb deze onderscheiding
reeds bestreden in het “Aardrijkskundig en Statistisch Woor-
denboek van N. I . ,” art. Sumatra, D. H I, bl. 713 w ., waar ik getracht
heb te toonen dat de door Junghuhn gemaakte onderscheiding niet op ver-
schil van r as, maar op verschil van beschaving en godsdienst en daarmede
samenhangend verschil van levenswijze berust. Daarentegen kan omtrent de
rasverscheidenheid van Maleiers en Papoea’s wel geen twijfel bestaan en
is die door onze Nederlandsche schrijvers sedert lang erkend; maar de
opmerkingen van Wallace omtrent de grenzen en mate van vermenging der
beide rassen verdienen zeker de hoogste aandacht en leiden tot resultaten
die ten deele geheel nieuw mögen heeten.
TW E E D E H O O FD S T Ü K .
S I N C A P O R E .
(S c h e ts v a n d e s ta d en h e t e i la n d , v o lg e n s d e w a a rn em in g e n
b ij v e r s c h ille n d e b e z o ek e n v a n 1854 to t 1862.)
Weinige plaatsen zijn belangwekkender voor een Europee-
schen reiziger, dan de stad en ket eiland Singapore, dewijl men
hier kennis kan maken met eene groote verscheidenheid van
Oostersche rassen en met de meest uiteenloopende vormen van
godsdienst en levenswijze. De bestuurders, bet garnizoen en
de voornaamste kooplieden zijn Engelschen; maar de groote
massa der bevolking bestaat uit Cbineezen, waartoe eenige
der rijkste handelaars, de akkerlieden van bet binnenland en
de meeste handwerkslieden en daglooners bebooren. De Ma-
leische inboorlingen zijn doorgaans visschers en scbuitevoer-
ders en zijn ook hoofdzakelijk met de bandbaving der politie
belast. De, „ Portugeezen van Malakka leveren een groot aan-
tal klerken en kleine kooplieden. De Klings (’) uit westelijk
Indie vormen met eene menigte Arabieren een talrijk licbaam
van Mohammedanen, die zieh als kleine kooplieden en winkeliers
generen. De stalknechts en wasschers zijn allen Bengaleezen