dat vulcanen en aardbevingen bestaan, verzwakt den indruk
van het vreerade en exceptioneele dier verschijnselen, zoolang
wij er zelven geen getuigen van zijn. De bewoner van verreweg
het grootste deel van noordelijk Europa ziet in de aarde het
zinnebeeid van onbeweeglijkheid en rust. De ondervinding van
zijn geheel leven, en van de eeuw en het geslacht waartoe hij
behoort, leert hem dat de aarde. dicht en vast is, en dat hare
massieve rotsen wel een overvloed van water, maar geenszins
vuur bevatten, en elke berg van zijn vaderland bevestigt hem
dat dit werkelijk het karakter van onze aarde is. Een vulcaan
is een feit in strijd met deze geheele massa van ervaring, — een
feit van zulk een vreeselijk karakter, dat, indien het de regel
wäre in stede van de' uitzondering te zijn, het de aarde onbe-
woonbaar zou maken, — een feit zoo vreemd en onverklaarbaar,
dat, indien het ons nu voor de eerste inaal als een natuurver-
schijnsel in vreemde landen voorkomende beschreven werd.het
ongetwijfeld op geene getuigenis van wien ook zou geloofd worden.
De top van het kleine eiland wordt gevormd door sterk
gekristalliseerd basalt; lager vond ik harden laagvormigen lei-
achtigen zandsteen, en op het strand ontzettende lavablokken
en verspreide massa’s van witten koraal-kalksteen. Het grootere
eiland bestaat tot eene hoogte van drie- of vierhonderd voet
uit koraalrots, en hooger op uit lava en basalt. Het komtmij
daarom waarschijnlijk voor, dat deze kleine groep van vier (5)
eilanden een overblijfsel is van een grooter district, dat mis-
schien eens met Ceram verbonden was, maar dat daarvan
afgescheiden en verbrokkeld werd door dezelfde krachten die
den vulcanischen kegel gevormd hebben. Terwijl ik bij eene
andere gelegenheid het grootere eiland bezocht, vond ik er
een aanzienlijke streek bedekt met groote woudboomen, allen
dood ofschoon nog overeind staande. Deze waren een gedenk-
teeken van de laatste groote aardbeving, die slechts twee jaren
te voren had plaats gehad, en waarbij de zee tegen dat gedeelte
van het eiland was opgestoven, en het zoodanig onder water
had gezet, dat de plantbekleeding der lagere deelen geheel
was vernield. Schier jaarlijks komen hier aardbevingen voor,
en met tusschenpoozen van weinige jaren zeer hevige, die de
huizen omverwerpen en soms de schepen uit de haven in de
straten der stad verzetten.
In weerwil der verliezen door deze vreeselijke bezoekingen
veroorzaakt, en der geringe grootte en afgezonderde ligging
van deze kleine eilanden, zijn zij toch sedert lang, en nog op
den huidigen dag, van groote waarde voor het Nederlandsch
Gouvernement, als de voornaamste notemuskaattuin in de
wereld. Bijna de geheele oppervlakte is met notemuskaat-
boomen beplant, gekweekt onder de schaduw van groote ka-
nari-boomen (Oanarium commune). De lichte vulcanische bo-
dem, de aanwezigheid van een overvloed dier schaduwboomen
en de buitengewone vochtigheid dezer eilanden, waar het in
elke maand des jaars meer of minder regent, schijnen juist
gepast te zijn voor den notemuskaatboom, die geen mest en
bijna geen zorg vereischt. Het gansche jaar door geeft hij bloe-
sems en rijpe vruchten, en geene van die ziekten komen hier
voor die, bij een gedwongen en onnatuurlijk stelsel vanbehan-
deling, de notemuskaatplanters van Poelo Pinang en Singapore
hebben geruineerd (6),
Weinige gekweekte planten zijn schooner dan de notemus-
kaatboomen. Zij zijn fraai gevormd, hebben glanzige bladeren,
groeien op tot eene hoogte van 20 k 30 voeten, en dragen
kleine, geelachtige bloemen. De vrucht heeft de grootte en
kleur van een perzik, maar is min of meer langwerpig. Het
uitwendig bekleedsel heeft een taaie vleezige dichtheid, doch
splijt open als de vrucht rijp is, en toont dan de daarin be-
sloten donkerbruine noot, maar omkleed door de karmozijnen
foelie, die aan het geheel eene groote bekoorlijkheid bijzet. In
de dünne harde schaal van de noot is het zaad bevat, en dit
32