vormen die zieh over Java heen tot Bali uitstrekken, geen en
kelen vertegenwoordiger naar de verder oostwaarts gelegen
eilanden hebben overgebracht.
De zoogdieren zijn op Timor gelijk op de overige eilanden
dezer groep bijzonder schaarsch, met uitzondering alleen der
vledermuizen. Yan deze laatste kent men reeds een aantal
soorten en zullen er zonder twijfel later nog meer ontdekt worden.
Yan de bekende soorten van Timor vindt men er 9 ook
op Java en de eilanden verder westwaarts; drie zijn soorten
van de Molukken en de vier overige eigenaardig Timoreesch.
De op het land levende zoogdieren bepalen zieh tot de ze-
ven volgende soorten: 1°. De gewone meerkat Macacus cyno-
molgus, die in al de Indo-Maleische eilanden gevonden wordt
en zieh van Java over Bali en Lombok tot Timor beeft ver-
spreid. Dit dier houdt zieh bij voorkeur op aan de oevers der
rivieren, en kan van eiland tot eiland zijn overgebracht door
het drijfhout, door de stroomen afgevoerd. 2°. Paradoxurus fas-
ciatus, eene soort van civetkat, die algemeen is in een groot
gedeelte van den Archipel. 3°. Felis megalotis, eene tijgerkat,
zoo men zegt uitsluitend aan Timor eigen, en daar nog alleen
in de binnenlanden en zeer zelden voorkomende. Hare naaste
verwanten vindt men op Java. 4". Cervus Timoriensis, een
hert, nauw verwant met, indien al onderscheiden van de soorten
van Java en de Molukken. 5°. Een wild zwijn, Sus Timoriensis
, missebien niet verschillend van de eene of andere soort
der Molukken. 6°. Eene spitsmuis, Sorex tenuis, die vooron-
dersteld wordt uitsluitend op Timor te huis te zijn. 7°. Een
oostersche opossum, Cuscus orientalis, die ook in de Molukken
voorkomt, tenzij misschien de soort verscbilt (5).
Het feit dat niet een van deze soorten Australisch of nauw
met eenigen Australischen vorm verwant is, versterkt in hooge
mate de meening dat Timor nooit een deel van dat land heeft
uitgemaakt. In dat geval toch zou daar zonder twijfel wel
eenige kangaroe of ander buideldier worden aangetroffen. Het
is zeker moeilijk van de aanwezigheid van sommige onder de
weinige zoogdieren van Timor rekenschap te geven, inzonder-
beid van de tijgerkat en bet hert. Wij moeten echter niet uit
bet oog verliezen, dat deze eilanden en de tusschenliggende
zeeen gedurende duizenden en misschien honderdduizenden ja-
ren aan vulcanische werking zijn blootgesteld geweest. Het
land is opgestuwd en we6r gedaald; de zeeengten zijn ver-
smald of verbreed; zware stortvloeden hebben telkens en tel-
kens weer bergen en vlakten vernield en bonderden woudboo-
men naar zee gevoerd, zooals bij vulcanische uitbarstingen
zoo dikwijls op Java gebeurd is ; en bet is niet onwaarschijnlijk
dat eenmaal in duizend of tienduizend jaren een günstige sa-
menloop van omstandigbeden de verhuizing van een of twee
soorten van landdieren van bet eene eiland naar het andere
zal hebben bevorderd. Maar dat is alles wat gevorderd wordt
om verklaring te geven van de uiterst kleine en fragmentarische
groep van zoogdieren die nu bet eiland Timor bewonen.
De herten zijn er zeer waarschijnlijk ingevoerd door den mensch;
want de Maleiers houden dikwijls tamme bertjes, en .er zullen
wellicht geen duizend of zelfs 500 jaren noodig zijn, om
in een dier, overgebracht van en naar landen zoo verschillend
van klimaät en plantengroei als de Molukken en Timor, nieuwe
kenmerkende eigenaardigheden voort te brengen. Van depaar-
den heb ik opzettelijk geen gewag gemaakt; want schoon ve-
len denken dat zij op Timor in het wild leven, is er niet de
geringste grond voor die meening. Elke Timoreesche bit heeft
zijn eigenaar, en deze paarden kunnen met vrij wat meer reden
als getemd beschouwd worden dan bet hoornvee op eene
hacienda (landgoed) in Zuid-Amerika.
Ik heb eenigszins lang stilgestaatt bij den oorsprong der Timoreesche
Fauna, omdat wij hier, naar bet mij voorkomt, te
doen hebben met een belangwekkend en leerzaam probleem.