DERDE HOOFDSTUK.
MA L A K K A EN DE B E R G OPH I R .
( J u li to t S e p tem b e r , 1854).
Daar te Singapore de vogels en meeste andere soorten van
dieren schaarsch zijn, vertrok ik in Juli vandaar naar Malakka,
waar ik meer dan twee maanden in het binnenland doorbracht
en een uitstap deed naar den berg Ophir. De oude en schil-
derachtige stad Malakka ligt saamgedrongen längs de oevers
der kleine rivier en bestaat uit nauwe straten van winkels en
huizen, bewoond door de afstammelingen der Portugeezen en
door Chineezen. In de voorsteden vindt men de woningen der
Engelsche ambtenaren en van eenige Portugeesche kooplieden,
verscholen onder boschjes van palmen en vruchtboomen, waar-
van het fraai en eindeloos verscheiden loof zoowel een aange-
naam rustpunt voor het oog als eene verkwikkende schaduw
oplevert.
Het oude fort, het uitgestrekte Gouvernementshuis en de
bouwvallen eener hoofdkerk getuigen van den voormaligen
rijkdom en het vroeger gewicht dezer plaats, die eens het
middelpunt was van den Oosterschen handel, gelijk Singapore
thans is. De volgende besckrijving van deze stad door van
Linschoten, wiens “Itinerario” vöör 250 jaren het licht zag,
is zeer geschikt om van de veranderingen die zij ondergaan
heeft, een juist denkbeeid te geven ('):
“Malakka wordt bewoond door de Portugeezen en door in-
boorlingen des lands, Maleiers geheeten. De Portugeezen heb-
ben hier eene sterkte, evenals te Mozambique, en er is geene
andere sterkte in geheel Indie, na die te Mozambique en Ormuz,
waar de kapiteins beter hunnen plicht volbrengen (2). Deze
plaats is de markt van geheel IndiS, van China, van de
Molukken en van andere eilanden in den omtrek, van al welke
plaatsen, evenals van Banda, Java, Sumatra, Siam, Pegu,
Bengalen, Koromandel en Indie schepen komen, die gedurig
af- en aanvaren, beladen met eene eindelooze verscheidenheid
van koopwaren. Er zouden in deze plaats een veel grooter
aantal Portugeezen zijn, wäre het niet wegens het ongemak
en de ongezondheid der lucht, die schadelijk is niet enkel voor
vreemdelingen, maar ook voor de inboorlingen des lands. Vandaar
dat allen die in dit land wonen toi van hunne gezond-
heid betalen, daar zij lijden aan eene ziekte die hen of hunne
huid of hun haar doet verliezen (3). Zij die er aan ontkomen
achten het een wonder, wat dan ook ten gevolge heeft dat velen
het land verlaten, ofschoon de vurige begeerte naar gewin
anderen noopt om hunne gezondheid te wagen en te pogen
zieh aan het klimaat te gewennen. De oorsprong van deze stad
was, naar het zeggen der inboorlingen, zeer gering, daar er
in den aanvang, om den wille der ongezondheid van de lucht,
slechts zes of zeven visschers waren die haar bewoonden. Maar
hun aantal vermeerderde door de samenkomst van visschers
uit Siam, Pegu en Bengalen, die zieh vereenigden om eene
stad te bouwen, en eene bijzondere taal in zwang brachten,
samengesteld uit de sierlijkste spreekwijzen van andere natien,
zoodat de taal der Maleiers thans de meest verfijnde, nauw