den, de eindelooze verscheidenheid in grootte, de afwisselende
lengte der leden, de geringe moeite waarmede zij gesneden
en met gaten doorboord kunnen worden, de uitwendige hard-
heid, de afwezigheid van allen bepaalden smaak of reuk, haar
groote overvloed, de snelheid van hare vermenigvuldiging en
baren wasdom, dat alles zijn eigenschappen die haar geschikt
maken voor honderderlei verschillende doeleinden, waaraan
ieder ander materiaal slechts met veel meer arbeid en voorbe-
reiding zou kunnen worden dienstbaar geinaakt. Het bamboe
behoort tot de verwonderlijkste en schoonste voortbrengselen
der tropische gewesten, en is eene der kostbaarste gaven van
de natuur aan den nog onbeschaafden mensch.
De huizen der Dajaks zijn allen op palen gebouwd en zijn
dikwijls twee of drie honderd voet lang en veertig of vijftig
breed. De vloer is altijd gemaakt van reepen, verkregen door
het splijten van groote bamboezen, zoodat elke reep nagenoeg
plat en omstreeks drie duim breed is , en deze worden aan de
balken. die er onder liggen, met rotan vastgebonden. Zulk een
vloer, wel gemaakt zijnde, is zeer aangenaam om blootsvoets
op te gaan, daar de min of meer gebogen oppervlakten der
bamboezen glad en lenig zijn, en men er toch vast op Staat.
Maar wat van meer belang is, met eene mat er over gelegd
vormen zij een voortreffelijk bed; de buigzaamheid van het
bamboe en de zackte ronding zijner oppervlakte verdienen in
dit opzicht verre de voorkeur boven een stijver en vlakker
vloer. Hier vinden wij dus .een gebruik van het bamboe, waarin
geen ander materiaal, zonder de aanwending van langdurigen
arbeid, even goed kan voorzien, daar palmen en andere plaats-
vervangers veelvuldig snijden en glad maken vorderen, en als
men er mede klaar is, toch nog zoo goed niet zijn. Wanneer
echter een vlakke en dichte vloer gevorderd wordt, kan men
voortreffelijke planken verkrijgen door groote bamboezen slechts
aan de eene zijde te splijten en ze vervolgens plat te maken,
zoodat zij deelen vormen van 6 voet lengte en 18 duimbreedte,
met welke sommige Dajaks hunne huizen bevloeren. Door het
gestadig schüren met de voeten en de jaren lange werking van
den rook worden deze gepolijst en donkerkleurig als noten- of
oud eikenhout, zoodat het eigenlijke materiaal nauwelijks te
herkennen is. Hoeveel arbeid is hier bespaard aan den wilde,
die geene andere werktuigen heeft dan een bpi en een mes,
en die, als hij planken noodig heeft, ze uit den massieven
stam van een boom zou moeten houwen, en dagen en weken
arbeids besteden om eene oppervlakte te verkrijgen zoo glad
en fraai, als het dus behandelde bamboe hem van zelf ople-
vert. Maar ook wanneer een tijdelijke woning vereischt wordt,
hetzij voor den inboorling in zijne plantage, hetzij voor den
reiziger in het woud, is niets zoo gemakkelijk als het bamboe,
waarvan een huis kan worden gebouwd met een vierde
van den arbeid en in een vierde van den tijd, die voor ieder
ander materiaal zouden noodig zijn.
Ik heb reeds vermeld (M) dat de Berg-Dajaks in Serawak
over groote afstanden paden maken, die op moerassige plaat-
sen door aan elkander gelegde boomstammen gevormd worden.
Deze paden voeren zoowel van dorp tot dorp als naar hunne
bebouwde gronden, en daarbij moeten zij vele kloven enravij-
nen en zelfs rivieren kruisen, en somtijds, ten einde lange
omwegen te vermijden, het pad voortzetten over gapende.af-
gronden. In al deze gevallen maken zij bruggen van bamboe,
en zoo verwonderlijk is dit materiaal voor zoodanige oogmer-
ken geschikt, dat men wel mag twijfelen of zij er ooit aan
zouden gedacht hebben zulke werken te beginnen, indien hun
het bamboe niet ten dienste had gestaan. De bruggen der
Dajaks zijn eenvoudig, maar haar samenstel is vernuftig. Aan
de uiteinden worden stevige bamboezen geplaatst, die elkander
eenige voeten boven den grond kruisen in den vorm der
letter X, om als schrägen te dienen. Op de plaats der krui-
9*