del voer en vandaar parelmoer en karet (schildpad) terug-
bracht. Omstreeks eön ure pläeht hij naar huis terug te kee-
ren en koffie met koek of gerooste pisang te nuttigen, nadat
hij eerst zijne kleeding met een geklenrd katoenen hemd,
wijde broek en bloote voeten verwisseld had. Daarna zette hij
zieh met een boek in de hand tot zijn middagslaapje. Omstreeks
vier nre wandelde hij, na een kop thee gedronken te
hebben, zijn erf eens rond en drentelde vervolgens voort tot
Mamadjam om mij een bezoek te brengen en te zien hoe het
op zijne boerderij was gesteld.
Deze bestond nit eene koffieplantage en een boomgaard met
vruchtboomen, een dozijn paarden, een twintig stuks rundvee
en een klein dorp van Timoreesche slaven en Makassaarsche
bedienden. Eene familie had te zorgen voor het vee en het
huis van melk te voorzien, en bracht ook mij elken morgen
een glas vol, dat mij een mijner fijnste genietingen verschafte.
Anderen waren belast met de zorg voor de paarden, die elken
namiddag werden binnengebracht, om met gesneden gras
te worden gevoederd. Weder anderen moesten voor de paarden
van hunnen meester te Makasser gras snijden — een
moeilijke taak in den drogen moeson, wanneer het gansche land
er uitziet als gebakken klei; eene niet minder moeilijke in
den regentijd, wanneer mijlen ver in alle richtingen het land
onder water Staat. Waar zij het gras van daan halen is mij
een raadsel, maar zij weten dat het er zijn moet, en het
komt er. Eene kreupele vrouw had het opzicht over eene kudde
eenden. Tweemaal daags bracht zij ze naar de moerassige
plaatsen om haar voedsel te zoeken, liet ze daar een paar
uren rondwaggelen en de oogen opsperren, en dreef ze dan
weder terug, om in eene kleine donkere schuur haar maal te
verteren, vanwaar zij van tijd tot tijd een droefgeestig ge-
kwaak lieten vernemen. Elken nacht werd eene wacht uitge-
zet, voornamelijk ter wille der paarden; want de üeden van
Goa, op slechts een paar palen afstands, zijn beruchte die-
ven, en paarden zijn hun gemakkelijkste en de grootste waarde
bezittende buit. Dit stelde mij in Staat oni in veiligheid te
slapen, ofschoon velen te Makasser van oordeel waren, dat ik
op zulk eene eenzame plaats en met zooveel siecht volk in
den omtrek groot gevaar liep.
Mijn huis was omringd door een soort van verwilderde heg
van rozen, jasmijnen en andere bloemen, waarvan elken morgen
eene der vrouwen een mand vol voor de familie van den
heer Mesman kwam plukken. Ik zelf plukte ook doorgaans
een paar voor mijne ontbijttafel, en gedurende mijn verblijf
was er geen oogenblik gebrek, wat ik geloof dat het gansche
jaar door het geval is. Bijna elken zondag deedde heer Mesman
met zijm>iudsten zoon, een vijftienjarigen knaap, een
kleinen uitstap om eenig wild te schieten, en doorgaans voegde
ik mij bij het gezelschap; want ofschoon de Nederlanders
grootendeels Protestanten zijn, nemen zij den zondag niet met
die gestrengheid in acht, als in Engeland en de Engelsche
kolonien gebruikelijk is. De Gouverneur van Makasser houdt
zelfs elken zondag avond receptie, en de gewone uitspanning
daarbij is het kaartspel.
Den 13den Decembcr begaf ik mij aan boord van eene prauw,
bestemd voor eene reis naar de Aroe-eilanden. Deze reis zal
in een ander gedeelte van dit werk beschreven worden. Toen
ik na eene afwezigheid van omstreeks zeven maanden vandaar
terugkeerde, bezocht ik, ten Noorden van Makasser, een ander
district, waaraan het volgend hoofdstuk zal gewijd zijn.