nieuw begint in Noord-Celebes en zieh over Siauw en Groot-
Sangi voortzet naar de Philippijnsche eilanden, waar hij längs
de Oostzijde in een gebogen lijn voortloopt tot aan het noor-
delijk uiteinde. Van de niterste oostwaartsche bocht van dezen
gordel strekt zieh ongeveer 1000 mijlen ver een niet-vulcanisch
distriet uit tot aan de vulcanen op de Noordoost-kust van Nieuw-
Guinea, in 1699 door Dampier waargenomen, en van daar
kunnen wij over Nieuw-Brittanje, Nieuw-Ierland en de Salomons-
eilanden een tweeden vulcanischen gordel tot aan de oostelijke
grenzen van Insulinde volgen.
In het gansclie gebied waarover zieh deze lange reeks van
vulcanen uitstrekt, en over eene aanmerkelijke breedte aan
weerszijden daarvan, komen telkens aardbevingen voor. Kleine
schokken herhalen zieh na weinige weken of maanden, terwijl
hevigere, die geheele dorpen omverwerpen, en aan leven en
eigendom meer of min belangrijke schade toebrengen, bijna
ieder jaar in het een of ander deel van dat gebied metzeker-
heid te verwachten zijn. Op vele eilanden zijn de groote aardbevingen
waardoor zij geteisterd werden, de tijdpunten van-
waar de inboorlingen hunne jaren berekenen, en waar van zij
zieh bedienen om den leeftijd hunner kinderen en den datum
van menige gewichtige gebeurtenis te bepalen.
Ik mag hier niet lang stilstaan bij de vele vreeselijke vul-
canische uitbarstingen, die in dit gebied hebben plaats ge-
grepen. Wat het bedrag van schade aan leven en eigen'om
en wat de kracht harer uitwerkselen betreft, zijn zij döor geene
andere ooit overtroffen geworden. Yeertig dorpen werden in
1772 vernield door eene uitbarsting van den Pepandajan op
Java, waarbij de geheele berg door herhaalde ontploffingen uit
elkander werd geslagen en een groot meer in zijne plaats ach-
terliet. Door de groote uitbarsting van den Tambora op Soem-
bawa in 1815 werden 12000 menschenlevens vernietigd; de
asch verduisterde de lucht en bedekte over een omtrek van
300 mijlen land en zee met eene dichte laag. Zelfs zeer on-
langs, nadat ik die oorden had verlaten, begon plotseling een'
berg weder te werken, die meer dan 200 jaren gerust had.
Het eiland Makjan, een der Molukken, was in 1646 openge-
scheurd door eene hevige uitbarsting, welke aan de ¡eene zijde
eene vervaarlijke kloof achterliet, die zieh tot in het hart van
den berg uitstrekte. Toen ik het eiland het laatstp namelijk
in 1860, bezocht, was die kloof tot aan den top des bergs
met plantengroei bedekt en bevatte zij twaalf volkrijke Maleische
dorpen. Doch op den 29sten December 1861 had, na eene vol-
komen werkeloosheid van 215 jaren, plotseling eene nieuwe
uitbarsting plaats, die den berg uiteensloeg en zijn voorkomen
geheel veranderde, het meerendeel der inwoners verdelgde,
en zulke massa’s asch omhoog slingerde, dat op Ternate, op
een afstand van 40 mijlen, de lucht er door werd verduisterd,
en zoowel op dat als op de omliggende eilanden, de te veld
staande gewassen geheel er door vernield werden (°).. ,
Het eiland Java bevat meer vulcanen, zoo werkzame als
uitgedoofde, dan eenig ander bekend gewest van gelijke uit-
gestrektheid. Zij zijn omstreeks 45 in getal, en een aantal
hunner behoort tot de schoonste voorbeelden van vulcanische
kegels op groote schaal, zoo enkele als dubbele, met volkomene
of geknotte toppen, en met eene gemiddelde hoogte van 10,000
voet.
Het staat thans vast dat nagenoeg alle vulcanen langzamer-
hand zijn opgebouwd door de ophooping van stoffen •— slijk,
asch en lava — door henzelven uitgeworpen. De openingen
of kraters veränderen echter dikwijls van plaats, zoodat een
land bedekt kan zijn met eene meer of min onregelmatige reeks
van heuvelen in ketens en massa’s, die zieh slechts hier en
daar tot hooge kegels verhelfen, en toch het geheel in waar-
heid door vulcanische werking kan zijn voortgebracht. Op deze
wijze is het grootste gedeelte van Java gevormd geworden. Er