geel en verflenst. Het was duidelijk dat op het geheele dorp
geen korrel zou worden ingezameld; maar gelukkig is de mai's
een artikel van weelde, niet van behoefte. De regen was het
teeken dat een aanvang moest gemaakt worden met ploegen,
ten einde al het vlakke land tusschen deze plaats en de stad
met rijst te bezaaien. De ploeg hier in gebruik is een ruw,
houten werktuig, met sleckts een enkel kort handvatsel en
een tamelijk welgevormd kouter, waarin de uit een stuk hard
palmhout vervaardigde punt met wiggen is vastgezet. Een
of twee buffels trekken met uiterst langzamen tred dezen ploeg
over den akker. Het zaad wordt met de hand gestrooid en
een ruwe houten egge wordt gebruikt om de oppervlakte effen
te maken.
Omstreeks bet begin van December had de regelmatige
natte moeson een aanvang genomen. Westelijke winden en
stortregens duurden soms dagen achtereen, de velden stonden
mijlen ver onder water, en de eenden en bufiels hadden nu
wat hun hart begeerde. Overal längs den weg naar Makasser'
kon men dagelijks zien ploegen door water en slijk, waardoor
zieh de houten ploeg gemakkelijk een weg baant, terwijl de
landbouwer met de e6ne liand het handvatsel vasthoudt en in
de andere een langen staf van bamboe klemt om de buffels
mede te besturen. Deze dieren moeten om ze voort te krijgen
ontzaglijk gedreven worden; den ganschen dag door worden hun
in onafgebroken opvolging en in de grootste verscheidenheid van
toon allerlei uitroepen: “oh! ah! djie! oef!” achterna geslin-
gerd. Des nachts werden wij vergast op een concert van anderen
aard. De droge grond rondom mijn huis was een moe-
ras geworden, bewoond door scharen kikvorschen, die van
den avond tot den dageraad een ongeloofelijk geraas maakten.
Men kon het eenigszins muziekaal noemen; want zij doen een
diepe trillende noot hooren, die somtijds sterk gelijkt op het
stemmen van twee of drie hassen in een orkest. Op Malakka
en Borneo had ik nooit dit geluid gehoord; en dit bewijstdat
de kikvorschen van Celebes, evenals de meeste andere dieren,
tot soorten behooren die alleen aan dit eiland eigen zijn.
Mijn welwillende vriend en gastheer, de heer Mesman, was
wel geschikt om een goed denkbeeid te geven van den te
Makasser geboren Holländer. Hij was omstreeks 35 jaar, had
een talrijk gezin, en woonde nabij de stad in een ruim huis,
omgeven door een waar doolhof van werkplaatsen, stallen en
inlandsche hutten, bewoond door zij ne talrijke bedienden,
slaven en volgelingen (">). Gewoonlijk s,tond hij op voor den
dageraad, en liet na het gebruik van een kop koffie het oog
gaan over zij ne bedienden, paarden en honden tot zeven
ure , wanneer een stevig ontbijt, uit rijst en vleesch bestaande,
in eene koele verandah voor hem gereed stond. Dan schoot
hij een helder wit linnen pak aan en liet zieh in zij ne bendi
naar de stad rijden, waar hij een kantoor had met twee of
drie Chineesche klerken, die hem in zijne zaken behulpzaam
waren. Hij dreef hoofdzakelijk handel in koffie en opium en
had eene koffieplantage in Bantaeng (“ ) en eene kleine prauw,
die naar de oostelijke eilanden nabij Nieuw-Guinea ten han