voorvleugel der nauwst verwante soort van een der nabnrige
eilanden afbeeldt. Figuur 1 toont ons koe sterk de kromming
is van den rand der
Celebeesche soort Pa-
pilio Gigon, vergele-
ken met den veel
rechter omtrek bij Pa-
pilio Demolion van
Java en Singapore.
Figuur 2 stelt ons in
Staat de plotselinge
achterwaartsche bui-
ging aan het beneden-
einde van den vleugel
bij Papilio Miletus van
Celebes te vergelijken
met den zacht gebogen
vleugelomtrek van
de gewone Papilio
Sarpedon, die van
Indie totNieuw Guinea
en Australie steeds
denzelfden vorm be-
waart. Figuur 3 ver-
toont den verlengden
vleugelvorm van Tachyris Zarinda, een inboorling van Celebes,
vergeleken met den veel korteren van Tachyris Nero, eene
zeer nauw verwante soort die op al de westelijke eilanden
voorkomt (l9). Het verschil van vorm is in elk dezer gevallen
genoegzaam in ’t oog loopend, maar wanneer men de insecten
zelven vergelijkt is het nog veel treffender dan in deze gedeel-
telijke omtrekken.
Letten wij op overeenkomstige verscbijnselen bij de vogels,
dan komen wij tot de onderstelling dat de puntige vleugels
de snelkeid der vlucht bevorderen, daar de starren (sterna),
zwaluwen, valken en snelvliegende duiven allen dat kenmerk
hebben. Aan den anderen kant gaan körte en afgeronde vleugels
altijd gepaard met zwakker, moeilijker, minder door den
wil beheerschte vlucht. Hieruit kunnen wij afleiden dat de
vlinders die den bijzonderen vorm hebben dien wij zoo vaak
op Celebes aantreffen, beter dan andere geschikt moeten zijn
om aan vervolging te ontkomen. Doch een buitengewone over-
vloed van insectenetende vogels die dit noodzakelijk zou kunnen
maken, komt niet op het eiland voor. Daar het evenwel onge-
loofelijk is dat eene zoo merkwaardige eigenaardigheid zonder
beteekenis zou zijn, ligt de gissing voor de hand, dat zij het
gevolg is van een vroegeren Staat van zaken, toen het eiland
eene veel rijkere Fauna bezat, waarvan wij nu nog slechts
de overblijfselen zien in de geheel op zieh zelven staande vogels
en zoogdieren die het thans bewonen. In dat tijdvalc zal dan
ook vermoedelijk de overvloed van insectenetende vogels voor
de groote en met heldere kleuren prijkende vlinders buitengewone
veiligheids-middelen gevorderd hebben. Eenige beves-
tiging van deze zienswijze ligt in de omstandigheid, dat noch
de zeer kleine noch de somber gekleurde groepen van kapellen
verlengde vleugelen hebben, en dat evenmin eenige wijziging
is te bespeuren in die groepen met forsche vleugels, die zieh
in het algemeen door kracht en snelheid van vlucht onder-
scheiden. Deze waren reeds voldoende tegen hare vijanden
beschut, en behoefden geen vermeerderd vermögen om hun te
ontkomen. Intusschen is het volstrekt niet klaar, welke invloed
tot wijziging der vlucht door de bijzondere kromming der vleugels
kan geoefend worden.
Een andere merkwaardige trek in de Zoologie van Celebes
verdient niet minder onze aandacht; ik bedoel de afwezigheid
van verschiffende groepen die in de eilanden aan weerszijden,
31*