het Javaansche stel geheel identisch is met soorten die nog
dat eiland bewonen, een bijna even groot gedeelte van het
Australische stel uit verschillende, ofschoon vaak zeer nauw
verwante soorten bestaat. Het verdient ook opmerking, dat
deze vertegenwoordigende of verwante soorten in aantal verminderen
naarmate wij ons van Australie verwijderen, terwijl zij
in aantal toenemen naarmate wij ons verwijderen van Java. Hier-
voor zijn twee redenen. De eene is dat de eilanden van Timor
af in de richting van Lombok snel in grootte afnemen, en natuur-
lijk daaraan ook een afnemend getal van soorten die zij voeden
kunnen, evenredig is.De andere, meer gewichtige reden is, dat
de afstand tusschen Australie en Timor den toevoer van nienwe
emigranten afsnijdt, en dus aan de 'ontwikkeling der verschei-
denheid vrij spei heeft gegeven; terwijl de geringe tusschen-
ruimte die Lombok van Bali en Java scheidt, een gedurigen
toevloed van nieuwe individu’s heeft veroorloofd, die, door zieh
met de vroegere emigranten te kruisen, de ontwikkeling der
verscheidenheid hebben tegengegaan.
Maar laat ons, ten einde onze zienswijze omtrent de af komst
der vogelen van deze eilanden in den eenvoudigsten vormvoor
te stellen, en dus hunne betrekking beide tot Java en tot
Australie zooveel mogelijk te verduidelijken, die eilanden be-
handelen als een geheel. Wij bevinden dan dat de groep van
Timor bevat:
Javaansche vogels 36 Australische vogels 13
Nauw verwante soorten 11 Nauw verwante soorten 35,
Van Java afkomstig 47 Van Australie afkomstig 48
Wij hebben hier eene verwonderlijke overeenstemming in het
aantal der vogelsoorten die tot de Australische en de Javaansche
groepen behooren, maar zij zijn juist op omgekeerde wijze
tusschen de identische en vertegenwoordigende soorten verdeeld.
Onder de Javaansche maken de identische drie vierden, de
vertegenwoordigende ¿¿n vierde van het geheele getal uit; onder
de Australische zijn ¿¿n vierde identische, drie vierden
vertegenwoordigende soorten. Dit is het belangrijkste feit dat
door de Studie der vogels van deze eilanden tot onze kennis
wordt gebracht, daar het ons een zeer voldoenden leiddraad tot
de kennis van een groot deel hunner vroegere geschiedenis in
de band geeft.
Verandering van soort komt uiterst langzaam tot stand.
Hierover bestaat maar ¿¿ne stem, hoe verschillend men ook
möge oordeelen over de wijze waarop zij ontstaat. Het feit dat
de Australische soorten op deze eilanden meest allen veran-
derd zijn, terwijl de Javaansche soorten voor het grootste gedeelte
onveranderd zijn gebleven, schijnt dus aan te duiden
dat dit gewest het eerst van Australie uit bevolkt is geworden.
Maar indien dit werkelijk het geval is geweest, moet
dit geschied zijn in een tijdperk toen de physische toestand
geheel anders was dan die nu is. Thans scheiden nagenoeg
300 (Eng.) mijlen open zee Australie van Timor, terwijl dat
eiland met Java verbonden is door een keten van verbrokkeld
land gescheiden door straten die geene grootere breedte hebben
dan van ongeveer 20 mijlen. Klaarblijkelijk is thans voor
de natuurlijke voortbrengselen van Java de gelegenheid om
zieh over deze eilanden te verspreiden en ze geheel in te ne-
men, bijzonder günstig; terwijl het daarentegen voor die van
Australie zeer bezwaarlijk zou zijn de zee over te steken. Om
van den tegenwoordigen Staat van zaken rekenschap te geven,
moeten wij dus natuurlijkerwijs vooronderstellen dat Australie
eens veel nauwer dan thans met Timor verbonden is geweest;
maar dat dit werkelijk het geval is geweest, wordt hoogst-
waarschijnlijk gemaakt door het feit dat zieh längs de geheele
Noord- en Westkust van Australie eene bank onder zee uit-
strekt, die op ¿¿n punt de kust van Timor tot op een afstand