is eenige verheffing geweest, inzonderheid längs de Zuidkust,
waar uitgestrekte klippen van opgestuwden koraal-kalksteen
worden aangetroffen, en er is wellicht eene onderlaag van oudere
laagvormige rotsen, maar tocli is Java in de koofdzaak vul-
canisch; en dat edele en vruchtbare eiland — de tuin van het
Oosten en wellicht, over het geheel genomen, het rijkste, best-
bebouwde en bestbestuurde (7) tropische eiland in de w e re ld ,^
is zijn bestaan zelf verschuldigd aan dezelfde mächtige vul-
eanische werking, die nog van tijd tot tijd zijne oppervlakte
verwoest.
Het groote eiland Sumatra bevat naar evenredigkeid een veel
kleiner aantal vulcanen, en een aanmerkelijk deel er van heeft
waarschijnlijk een niet-vulcanischen oorsprong gehad.
De lange reeks van eilanden oostwaarts van Java, die zieh
längs het Noorden van Timor tot aan de Banda-eilanden uit-
strekt, is waarschijnlijk hären oorsprong geheel aan vulcanische
werking verschuldigd. Timor zeit bestaat üit oude laagvormige
rotsen, maar wordt gezegd nabij het middelpunt een vulcaan
te hebben (8).
Verder noordwaarts zijn Amboina, een deel van Boeroe, het
westeinde van Ceram, het noordelijke deel van Halmaheira en
al de kleine eilanden die het omgeven, het noordelijk uiteinde
van Celebes en de eilanden Siauw en Sangi geheel vulcanisch.
De Philippijnsche Archipel bevat vele deels werkzame, deels
uitgebluschte vulcanen, en is waarschijnlijk tot zijn tegenwoor-
digen verbrokkelden toestand gebracht door verzinkingen, die
de vulcanische werking vergezelden.
Längs deze gansche lijn van vulcanen zijn meer of min
duidelijke teekenen te bespeuren van belangrijke opheffing en
daling van land., De groep van eilanden ten Zuiden van Sumatra,
een gedeelte van Java’s Zuidkust en van de eilanden
ten Oosten van Java, het westelijk en oostelijk uiteinde van
Timor, gedeelten van al de Molukken, de Kei- en Aroeeilanden,
Waigeoe en de geheele zuidelijke en oostelijke schier-
eilanden van Halmaheira bestaan voor een aanzienlijk gedeelte
uit opgestuwde koraal-rots, geheel gelijk aan die welke zieh
thans nog in de nabijgelegen zeehn vormt. Op vele plaatsen
heb ik de nog onveranderde oppervlakte zelve der opgestuwde
riffen waargenomen, met groote koraal-massa’s in harenatuur-
lijke houding overeind staande, en honderden schelpen, die er
nog zoo frisch uitzagen, dat men nauwelijks kan gelooven dat
zij meer dan een klein aantal jaren buiten het water zijn geweest.
En inderdaad is het waarschijnlijk dat zulke verande-
ringen nog binnen weinige eeuwen hebben plaats gegrepen.
De gezamenlijke lengte van deze vulcanische gordels is on-
geveer 90 graden of een vierde van den geheelen omtrek der
aarde. Hunne breedte is omstreeks 50 (Eng.) mijlen; maar
over eene ruimte van 200 mijlen aan weerszijden vindt men
de bewijzen van onderaardsche werking in nieuw opgeheven
koraalrots of in kanaalriifen, getuigen van daling van den
bodem binnen een niet te lang tijdsverloop (9). Juist in het
midden of brandpunt van den gekromden vulcaan-gordel ligt
het groote eiland Borneo, waarin tot dusverre geene sporen
van vulcanische werking in het tegenwoordig tijdvak zijn waargenomen,
en waar aardbevingen, die de omringende gewesten
zoozeer kenmerken, geheel onbekend zijn. Het niet minder
uitgestrekte eiland Nieuw-Guinea beslaat een tweede rustend
gebied, waarop almede geen spoor van vulcanische werking
tot dusverre ontdekt is (;0). Met uitzondering van het oostelijke
uiteinde van zijn noordelijk schiereiland is het groote en zon-
derling gevormde eiland Celebes almede geheel vrij van vulcanen
(“ ), en er is eenige reden om aan te nemen dat het
vulcanisch gedeelte eenmaal een afzonderlijk eiland heeft uit-
gemaakt. Ook het Maleisch Schiereiland is niet-vulcanisch.
De eerste en meest voor de hand liggende verdeeling van
den Archipel zou derhalve zijn in vulcanische en rüstende ge