in Indien gheladen wert: ende van daer neemt het zijn cours weder naer
Portugael; De Malayos van Malacca verteilen, dat den eersten oorspronck
van Malacea is gheweest over weynigh jaren, doen en plach Malacca niet
met alle te wesen, dan alleenlick een plaets van 7 oft 8 visschersliutten, die
aldaer haer visscherye Melden: want om die onghesontheyt van ’t landt,
so schoudent een jeghelijck; in ’t eyndt soo zijnder vergaert sommige Vis-
schers, als Pegus, Syanes, Bengala, ende ander natien van die omlig-
gende contreyen, die dagelicks aldaer vergaderden om haer Yisscherye te
doen, ende zijn te samen overcomen aldaer een stadt ende Meu regement
op te richten ende te bouwen, ende verordineerde een tale op haer sel-
ven, om die ander omligghende plaetsen niet te -ghelijcken g ende in alle
dinghen op haer selven, en different van haer omliggende ghebueren te
wesen. ende namen die beäte woorden van alle d’ander talen, waer van zy
een spraeck op haer selven cregen, noemende de stadt Malacca, welcke
heeft binnen corten tijt soo grooten toeloop ghecreghen, duer die bequaem-
heyt ende welghelegentheyt van de plaets , principalick voor die haer met
coophandelinghe gheneren, dat die is geworden een van de beste ende
principaelste Coninghrijcken van alle die omligghende quartieren; ende dese
tael ghenaemt Malayo wert vermaert ende ghehouwen voor die courtoyste
ende ghescMckste van gheheel Orienten, ende die Malayen, soowel Mannen
als Vrouwen zijn allen zeer amoreus, ende laten haer duncken dat
haers ghelijck inde Werelt niet en zijn; hebben veel manieren van Eefe-
reynen, Liedekens, ende ander amoreuse rymen, waer mede zij wonder uit
rechten, ende hooghmoet op draghen; Ende die in Indien die sprake van
Malaye niet, en can, die en mach niet me, ghelijck bij ons het Fransoys.”
O Oit is iets geheel anders dan bij van Linschoten staat, die niet
over de plichtsbetrachting der kapiteins spreekt, maar over de groote voor-
deelen die Malacca htm opleverde.
(3) Ik geloof dat hier van Linschotens woorden te letterlijk zijn opge-
vat, en “huid of haar laten” slechts in het algemeen beteekent: op eeni-
gerhande wijze aan de gezondheid schade lijden. Het is de zucht tot alli-
teratie die tot vereeniging van huid met haar heeft geleid, even als in
de gewone uitdrukking: “met huid en haar verslinden.”
(4) Het Maleisch beantwoordt niet geheel aah deze beschrijving, ofschoon
het zieh door zoetvloeiendheid onderscheidt. Dat wat hier van den oorsprong
dier taal verhaald wordt, een ongerijmd sprookje is , behoeft nauw herinnering.
(s) Het is misschien niet overbodig te herinneren, dat Malakka in 1511
door de Portugeezen veroverd en hun in 1641 door de Nederlanders ont-
weldigd werd. Onze voorouders behielden het tot 1796, toen de stad in
handen der Engelschen kwam. Bij de teruggave der kolonign kwam zij op
nieuw onder Nederlandsch hestuur (in 1818), maar voor goed werd zij aan
Engeland afgestaan bij het Londensch traktaat van 1824, in ruil voor de
Engelsche nederzettingen op Sumatra. Newbold, Straits Settlements, I ,
p 137, zegt dat de Hollanders te Malacca een zeer achtingswaardig-en
welvarend .deel der bevolking uitmaken, en meest afstammeffngen zijn van
de oude Hollandsche ambtenaren. Het is niet waarschijnlijk dat de moeder-
taal geheel bij hen in onbruik is geraakt; vermoedelijk spreken zij die nog
onder elkander, maar, op een hoogeren trap van ontwikkeling staande dan
de afstammelingen der Portugeezen, hebben zij zieh in staat gesteld met
de Engelschen, van wie zij ook in levenswijze niet veel verschiffen, in
hunne eigene taal te verkeeren. Als eene afzonderlijke klasse der bevolking
yaffen zij daarom niet in het oog, en Wallace maakt dan ook verder van
hen geen gewag.
(6) Het Portugeesch van Malakka heeft zieh te di*n aanzien geschikt
naar de eenvoudigheid der inlandsche talen van den Archipel, die even
weinig vervoegingen en verbuigingen kennen.
(7) Ons baadje of, zooals men doorgaans schrijft, baatje, houd ik voor
het Maleische badjoe, dat misschien weder afkomstig is van het Perzische
bazoe (vgl v. d. Tuuk, Bataksch Woordenboek, blz. 368, en Tolasche
Spraakkunst, blz. 403). Ik houd daarom baadje voor de beste spelling,
gelijk zij gebruikt is door van Bees, Toonlje Boland, I , bl. 19: “Sla-
venmeiden met körte en half open baadjes.” Daarentegen acht ik de schrijf-
wijze baaitje, alsof het woord van bei ui afstamde, geheel verwerpelijk.
Onder andere pleit daartegen dat dan het woord, als verkleinvorm, in
Friesland baaike zou moeten luiden, wat echter, naar men mij verzekert,
nooit het geval is.
(ä) Wallace vergelijkt de sarong met de kilt of het rokje der Bergschotten.
yoor ons zou dit eene vergelijking van het meer met het minder
bekende zijn.
(9) Nadere berichten omtrent de tinmijnen van Malakka vindt men in
het werkje van Dr. J. H. Croockewit, “Banka, Malakka en Billiton,
verslagen aan het bestuur van Ned. Ind.” enz., ’s Gravenhage, 1852.