68 Bo r n e o .
mächtig te worden. Men verzekerde mij dat deze vlinder in
andere deelen des lands overvloedig was, en werkelijk zijn
een viij gioot aantal exemplaren naar Engeland overgezonden
maar zonderling is het dat deze allen mannetjes zijn, en dat
wij zelfs niet kunnen gissen hoe het wijQe er uitziet, te minder
omdat de soort zoozeer op zieh zelve Staat en alle nauwe
verwantschap met bekende insecten mist.
Vliegende kikvorsch.
Een der merkwaardigste en belangwekkendste reptilien die
mij in Borneo voorkwamen, was een groote boomkikvorsch, die
mij door een der Chineesche werklieden gebracht werd. Hij
verzekerde mij dat hij dit dier in eene schüinsche richting van
een hoogen boom had zien afdalen, alsof het vloog. Bij on-
derzoek bleek mij dat de teenen zeer lang waren en verbon-
DE ORANG-OETAN. 69
den door vliezen die zieh tot hunne spits uitstrekten, zoodat
zij, uitgespannen zijnde, eene oppervlakte kregen, welke die
van het lichaam aanmerkelijk overtrof. De voorpooten waren
ook met een vlies omzoomd en het lichaam was vatbaar om
tot een aanmerkelijken graad te worden opgeblazen. De rng
en de ledematen hadden eene glanzige donkergroene kleur,
maar de onderkant en de binnenzijde der teenen waren geel,
terwijl de vliezen zwart waren met geel gestreept. Het lichaam
was omstreeks vier duim lang, terwijl de vliezen van iederen
achterpoot, ten volle nitgespannen, eene oppervlakte besloegen
van omstreeks vier vierkante duimen, en de vliezen van al
de pooten te zamen omstreeks twaalf vierkante duimen. Daar
de uiteinden der teenen van verbreede schijven voorzien zijn,
waarmede het dier zieh vastzuigt, een bewijs dat het een
wäre boomkikvorsch is, kan men zieh moeilijk voorstellen,
dat dit verbazend uitgestrekte vlies aan de teenen het dier al-
leen zou dienen om te zwemmen, en dit vermeerdert de ge-
loofwaardigheid der mededeeling van den Chinees, dat het van
den boom naar beneden vloog. Dit is , voor zoover mij bekend
is, het eerste voorbeeld van een “vliegenden kikvorsch, en
verdient in hooge mate de aandacht der Darwinisten, omdat
het toont dat de veranderlijkheid der teenen, die reeds bij
andere soorten gewijzigd zijn om deze in staat te stellen be-
ter te zwemmen of zieh bij het klimmen vast te houden, bij
eene verwante soort is dienstbaar geworden aan de voortbren-
ging van een zeker-vermögen om zieh, op de wijze van eene
vliegende hagedis, door de lucht te bewegen. Men zal dezen
vorsch vermoedelijk als een nieuwe soort kunnen brengen tot
het geslacht Rhacophorus, dat uit verschillende soorten van
kikvorschen bestaat die tot onzen vliegenden kikvorsch nade-
ren, ofschoon zij allen eene veel geringere grootte en veel
minder ontwikkelde teenvliezen hebben.
Gedurende mijn verblijf op Borneo had ik geen jager om