naderen en grijpen. Het bleek dat deze vlinder de zeldzame
en merkwaardige Charaxes Kadenii was, die zieh onderscheidt
door twee gekromde staarten aan iederen aclitervleugel, welke
geheel het voorkomen hebben van de beenen van een dikte-
passer of overtaster (3S). Het was het eenige exemplaar dat
ik ooit gezien heh en is nog in Engelsche verzamelingen de
eenige vertegenwoordiger zijner soort.
In Oost-Java had ik veel te lijden gehad van de ver-
zengende hitte en droogte van den Oost-moeson, die zeer
nadeelig was geweest voor het leven der insecten. Hier was
ik vervallen in het tegenovergestelde uiterste van nevelig,
vochtig en bewölkt weder, dat evenzeer ongunstig was. Ge-
durende de maand die ik in West-Java doorbracht, beleefde
ik geen enkelen geheel warmen en helderen dag. Het regende
bijna elken namiddag of dikke misten daalden af van het ge-
bergte en maakten aan de insectenjacht evenzeer een einde,
terwijl zij het drogen mijner exemplaren zeer bemoeilijkten,
zoodat ik werkelijk geene kans had om van de entomologi-
sche Fauna van Java eene eenigszins voldoende verzameling
bijeen te brengen.
Verreweg de belangrijkste gebeurtenis in mijn bezoek op
Java was een uitstap naar de kruin van den Panggerango en
den Gedeh. De eerste dezer bergtoppen is een uitgebluschte vul-
canische kegel, omstreeks 10,000 voet hoog, de andere is een
werkzame krater op een lager gedeelte van dezelfde bergreeks
gelegen (34). Tjipanas, omstreeks vier palen voorbij den pas
van den Megamendong, ligt aan den voet van den berg. Hier
is een landhuis van den Gouverneur-Generaal, waarbij een
aanhangsel van den botanischen tuin, welks opziener mij een
nachtverblijf verschafte. Vele fraaie boomen en heesters zijn
hier geplant, en groote hoeveelheden Enropeesche groenten
worden er geteeld voor de tafel van den Gouverneur-Generaal.
Längs een kleine rivier die den tuin besproeit, worden tal
van orcliideeen gekweekt, die aan den stam der boomen gehecht
zijn of af hangen van hunne takken, en zoo eene belangwek-
kende orchideeen-kweekerij in de open lucht vormen. Daarik
voornemens was twee of drie dagen op den berg te vertoe-
ven, nam ik twee koelies aan om mijne bagage tedragen, en
ging daarop den volgenden dag des morgens vroeg met mijne
twee jagers op weg. De eerste paal afstands liep over open
land en voerde ons tot aan het bosch dat van de hoogte van
omstreeks 5000 voet af den geheelen berg bedekt. De volgende
paal of twee hadden wij tamelijk steil te stijgen door een uit-
gestrekt maagdelijk bosch, met boomen van reusachtige grootte,
terwijl daar beneden de bodem met fraaie kruidachtige planten,
boomvarens en heestergewas bedekt was.-Yooral trof mij
het ontelbaar aantal varensoorten dat längs de wegen groeide.
Hare verscheidenheid scheen eindeloos, en telkens vond ik
mij genoopt stil te staan, om eenigen nieuwen en belang wek-
kenden vorm te onderzoeken. Nu kon ik begrijpen wat de
hovenier mij gezegd had, dat op dezen eönen berg 300 soor-
ten gevonden waren. Kort vöör den middag bereikten wij het
kleine plateau van Tjiboerong, aan den voet van het steilere
gedeelte des bergs, waar ten behoeve der reizigers een plan-
ken huis (pasanggrahan) is opgericht. In de nabijheid is een
schilderachtige waterval en een merkwaardig hol, dat ik geen
tijd had te onderzoeken. Toen wij de beklimming van dit
punt af voortzetten, werd de weg weldra smal, hobbelig en steil,
en slingerde hij zieh en zigzag omhoog naar den top des kegels,
die met onregelmatige rotsmassa’s en eene dichte en welige,
maar niet hooge vegetatie bedekt is. Wij gingen over een berg-
stroom wiens temperatuur niet veel lager is dan het kook-
punt, en die, schuimende over zijn steenachtig bed, wolken
van stoom omhoog zendt, en zieh dikwijls verbergt onder het
overhangend groen van varens en lycopodiums, die hier met
eene elders ongekende weelderigheid groeien.