VOORREDE VAN DEN VERTALER.
De koloniale quaestie, die zoovele hoofden warm maakt en zooyele pennen
in beweging brengt, heeffc ons in den laatsten tijd gewend onze rijke over-
zeesche bezittingen schier uitsluitend te beschouwen van het standpunt
der groote politieke en sociale yraagstukken van den dag, en op een tijd-
stip waarop, meer dan ooit te voren, in ons Vaderland geijverd wordt,
om kennis van de natuur en hare wonderen onder alle standen te ver-
spreiden, de aandacht schier geheel afgetrokken van de verschijnselen van
vulcanische werking en koraalvorming, plantengroei, dierlijk leven en ver-
scheidenheid van menschenrassen, die uit wetenschappelijk oogpnnt aan de
gewesten van Nederlandsch Indiä eene zoo buitengewone belangrijkheid schenken.
Aan die verschijnselen heeft geen schrijver wellicht ooit meer recht
doen wedervaren, dan de Bngelsche natuurkundige A l f r e d R ü s s e l W a l i .a c e ,
in het wegsleepende reisverhaal dat h ij, als vrucht van achtjarige naspo-
ringen, in de -meest verschillende, en gedeeltelrjk de meest afgelegene en
minst bekende deelen van den Indischen Archipel, in den aanvang van
1869, onder den titel: “the Malay Archipelago, the land o f the orang-
utan and the bird o f paradise, a narrative of travel, with sketches
o f man and nature” , in twee deelen heeft in het licht gegeven. Elke blad-
zijde van dat boek verraadt den man die zijn onderwerp volkomen meester
en juist daarom in staat is om er op voor allen bevattelijke, belangwek-
kende wijze over te spreken. Zijn reisverhaal kan door elken beschaafden
lezer van het begin tot het einde genoten worden, en toch zal ook de
meestgevorderde in de kennis van aard-, plant-, dier- en volkenknnde het