canen, die het bepaalde kenmerk van Java, Bali, Lombok,
Soembawa en Flores uitmaken, zieh over Goenong Api naar
Banda wenden, en Timor met slechts een enkelen vulcaan nabij
zijn middelpunt ter zijde laten, terwijl oude bezonken rotslagen
bet hoofdbestanddeel van het eiland vor men. Maar geen
van deze physische verschillen beantwoordt aan de merkwaar-
dige verandering van natuurlijke voortbrengselen, die, bij straat
Lombok aanvangende, bet eiland van dien naam geheel van
Bali afzondert, en die te gelijker tijd zoo aanzienlijk in be-
drag en zoo ingrijpend in karakter is, dat zij een belangrijken
trek in de zoologische geograpkie onzer aarde vormt.
De Nederlandsche natuurkundige Zollinger (’), die zieh langen
tijd op het eiland Bali ophield, bericht ons dat zijne
voortbrengselen geheel. gelijk zijn aan die van Java, en dat
hem geene enkele dierensoort van het kleinere eiland bekend
is die niet wordt weergevonden op het grootere. Gedurende
de weinige dagen die ik op mijn weg naar Lombok op de
Noordkust van Bali doorbracht, zag ik er althans een aantal
vogels, die bepaaldelijk tot de meest kenmerkende der Fauna
van Java behooren. Daaronder waren de geelkoppige wever
(Ploceus hypoxantha), de zwarte sprinkhaanetende lijster (Copsy-
chus amoenus), de rooskleurige baardvogel (Magalaema rosea),
de Maleische wielewaal (Oriolus Horsfieldi), de Javaansche
grondspreeuw (Sturnopastor jalla) en de Javaansche drieteenige
specht (Chrysonotus tiga) (3). Gaat men over naar Lombok,
dat van Bali gescheiden is door eene straat die nog geene
twintig (Eng.) mijlen breedte heeft, dan verwacht men natuur-
lijk althans eenige dier vogels weder te zien; maar gedurende
een verblijf van drie maanden op dat eiland is my nooit een
dezer vogels voorgekomen; terwijl ik er daarentegen een geheel
ander stel soorten vond, waarvan de meesten niet enkel
op Java, maar ook op Borneo, Sumatra en Malakka ten eenen-
male onbekend zijn. Zoo behooren b.v. tot de meest gewone
vogels van Lombok de witte kaketoe’s en drie soorten van
Meliphagidae of honigzuigers van familie-groepen die in het
westelijke of Indo-Maleische gewest in het geheel niet yerte-
genwoordigd zijn. Gaat men over naar Flores en Timor, dan
wordt het verschil met de voortbrengselen van Java nog ster-
ker. Wij bevinden derhalve dat deze eilanden eene natuurlijke
groep vormen, welker vogels verwant zijn aan die van Java
en die van Australie, maar toch geheel van beide verschillend.
Behalve de verzamelingen die ik zelf op Lombok en Timor
bijeenbracht, maakte mijn helper Charles Allen eene goede verza-
meling op Flores; en deze, met eenige soorten door der-Neder-
landsche natuurkundigen verkregen, stellen ons in Staat om ons
eene goede voorstelling te verschaffen van de natuurlijke historie
dezer eilanden-groep en er eenige belangrijke gevolgtrekkingen
uit. af te leiden (s).
Het aantal soorten van vogels dat wij tot dusverre van deze
eilanden kennen, bedraagt 63 van Lombok, 86 van Flores,
118 van Timor, en van de geheele groep 188. Met uitzonde-
ring van twee of drie soorten die uit de Molukken schijnen
te zijn overgebracht, kan men den oorsprong van al deze soorten
, hetzij rechtstreeks, hetzij door nauw-verwante vormen, öf
van Java, öf van Australie afleiden; ofschoon er niet minder
dan 82 soorten bij zijn die nergens buiten deze kleine eilan-
den-groep gevonden worden. Er is echter niet een enkel ge-
slacht dat bijzonder aan deze groep eigen is, geen enkel
zelfs dat er op groote schaal vertegenwoordigd is door elders
niet voorkomende soorten; en dit kan ten bewijze strekken
dat de Fauna in haar geheel van elders afkomstig is , en dat
haar oorsprong niet verder teruggaat, dan een der jongste geologische
tijdvakken. Natuurlijk zijn er een groot aantal soorten,
zooals de meeste steltloopers, een groot deel der roofvo
gels, sommige ijsvogels, zwaluwen en eenige weinige anderen,
die zoo wijd over den Archipel verspreid zijn, dat het onrao