
168 II. KL. TWAALFDE FAMILIE. CHYMOPLANIAE. V. GESLACHX. POMPHOLYX.
169
r • j
zij, en er ontlastte zieh, gedurende den geheelen nacht,
onder een voortdurend branden en jeuken, nagenoeg
4 oncen bloed. Den volgenden morgen zagen wij eene
tamelijk oppervlakkige, ronde verzwering met opgezwollene,
donkerrood gekleurde grondvlakte, platte randen
en door eene groote, blaauwe areola omgeven; zij
scheidde slechts eene bloederige wei af en was niet zeer
pijnlijk. Den daarop volgenden nacht echter ontstond
er weder eene hevige jeuking en bloeding, die niet minder
aanmerkelijk dan in den vorigen nacht was. De
bloedingen werden gestild door omslagen met azijn en
een zamendrukkend verband, terwijl de verzwering
langzamerhand het eenvoudige karakter van üroplania
aannam. De lijder stierf later aan borstwaterzucht.
E r k e n n i n g .
Beide soorten van Pompholyx onderscheiden zieh van
de haar na aanverwante Paedophlysis door haar voorkomen
bij volwassenen, door hare vorming uit kleine,
afgezonderde, ronde vlekken, door de alleenstaande,
meestal grootere blazen en blaren, door dat zij zieh
veelvuldiger tot eene plaats des ligchaams beperken,
somwijlen zelfs tot eene of weinige blazen, door het
erger worden van al de toevallen des nachts, en door
een meestal langduriger beloop. De tweede soort zoude
welligt ook met Ecthyma kunnen worden verwisseld:
doch deze ontstaatop helderroode, niet boven dehiiid verhevene
vlekken, de puisten zijn kleiner, met heldergelen
etter gevuld en verdroogen zonder zweren terug te
laten ; de bezwaarnissen in het pisstelsel ontbreken geheel
en al, de nacht veroorzaakt geene vermeerdering
van pijn, en deze is ook over het algemeen veel gei-inger
dan bij Pompholyx. De erkenning van andere ziektevormen,
voornamelijk van Pemphigus, Rhypia, Erysipelas
bullosum en dgl. zal later worden opgegeven.
0 o r z a k e n.
Pompholys is eene der zeldzaaraste uroplanischc Dermapostases
en komt welligt even zoo dikwerf bij symptomatische
als bij idiopathische verplaatsing van pis
voor. Zij vertoont zieh, voornamelijk de eerste soort,
niet zelden geheel alleen, menigvuldiger echter m vereeniging
met en na andere üroplaniae, zooals Cnesmus,
Ectropium, Asthma urinos. enz., endoorgaans, m het
bijzonder Epinyctis, bij bejaarde personen. Pompholyx
vulgaris wordt somwijlen te weeg gebragt door
ligte voorbijgaande stoornissen in de pisafscheiding.
Men ziet haar, zooals vermeld is, bij hysterische voorwerpen,
bij de onderdrukking van kritische uitscheiding
van pis op het einde van acute ziekten, na het
genot van scherpe, de piswerktuigen bovenmatig prikkelende
spijzen enz., en vooral in zoodanige gevallen
schijnt zij zieh tot eene of weinige uitbottingen te bepalen
en eene waterachtige vloeistof te bevatten, welke
het lakmoespapier weinig rood kleurt. In andere gevallen
daarentegen wordt zij te weeg gebragt door eene
dieper in de geheele levenswijze der zieken wortelende
üroplania idiopathica, of zij ontstaat als verschijnsel van
zware, dikwijls ongeneesbare ziekten van het pisstelsel,
van Lithiasis , van Hypertrophia en Atrophia der blaas ,
van Cystoparalysis enz., en alsdan duren ook de latere
uitbottingen maanden en jaren lang voort, terwijl
de inhoud der blazen over het algemeen buitengewoon
zuur is. De tweede soort komt bijna alleen in
vereeniging met meer ernstige gebreken voor, die te
weeg gebragt worden door diep ingewortelde, idiopathische
verplaatsing van ur ine, welke zieh reeds vroeger
onder andere gedaanten heeft aan den dag gelegd, of
door andere langdurige en moeijelijk te genezene ziekten
van het pisstelsel. De weinige voorbeelden, die ik
tot heden van haar gezien heb , betroffen hoogbejaarde ,
door armoede, onzuiverheid en andere ziekten, voormelijk
jicht, zeer ter neder gedrukte voorwerpen.
i