
1
232 II. KL. VKKRTIENDJi FAMILIE. HAIiMüKKHOIDES.
geslachtsdeelen enz., zweien, welke zieh spoedig in de
bieedte uitstrekken, met eenen donkeren ligt bloedenden,
met talrijke vleeschheuvekjes bedekten grond,
vlakke, scherpe, vuilachtige randen, en dünne, roodaclitig
geklenrde, zure en stinkende afgescheidene stof.
De omgevende deelen zijn menigmaal min of meer
zuchtig opgezwollen, de huidaders adei'spattig uitgezet,
eu zonder merkbare teekenen van prikkeling der vaten,
ziju de zweren vrij pijnlijk. Hare gedaante is onregelmatig
en zelden dringen zlj zeer diep. Van tijd tot tijd,
met tusschenpozingen, welke aan die der aanbeijen-uitvloeijingen
beantwoorden, wordt hare kleur donkerblaauwachtig,
de pijn levendiger, de afscheiding rijkelijker
en met bloed vermengd. Bestaan er nevens dezelve
ook nog andere Haemorrhoides, zoo nemen ook
deze, bij zoodanige verergering der zweren toe, of zij
verwisselen met elkander.
O o r z a k e n .
Men wil waargenomen hebben , dat de aanbeijenzweer
sonrwijlen uit Pygagria ontstond; menigvnldiger echter
vormen zij zieh uit adei'spaltige zwellingen der onderste
ledematen, die in ontsteking en verettering overgaan,
uit kwetsingen, Eczematoses, andere zweren enz., die
bij personen voorkomen, bij welke de eigenlijke aanbeijen
zijn onderdrukt geworden. Somwijlen vervangen
zij voor zieh alleen de endeldarmaanbeijen, menigvnldiger
echter komen zij in vereeniging met bloedsophopingen
in de aanbeijen en dgl. naar inwendige organen ,
voornamelijk naar de klierachtige weefsels der buikholte,
de lever, de milt enz. voor.
B e l o o p , Duur , Uitgang.
Het beloop is steeds chronisch, de duur onbepaald.
De uitgangen zijn:
l. In g ene z ing; door dat het ten gi'ondslag liggende
ziekteproces opgeheven of op de normale plaats
bepaald wordt.
III. GESLACHT. HAEMORKllOIDELCOSIS. 233
In a n d e r e z i e k t e n. Niet zelden ontstaan er, by
het opdroogen der zweren, verplaatste aanbeijen. Bij
längeren duur en rijkelijke afscheiding kunnen zij echter
ook tot Hydrops eu Marasmus aanleiding geven.
3. In den dood. Slechts zelden door Metastasis
of Hydrops.
V o o r z e g g i n g .
De aanbeijenzweren zijn minder gevaarlijk en hard
nekkig, dan de meeste andere dyscrasische verzweringen.
B e h a u deling.
Haemorrhoidelcosis is veel Hgter te genezen dan de
jichtzweer; doch men m o e t d e z e n uitgang met trachten
te verkrijgen door plaatselijke , voornamelijk met door
opdroogende middelen, maar vooiM de aanbeijen aan
den endeldarm weder herstellen, door afvoerende middelen
, zwavel, aloe, Extr. saponac. met Antacida en
dgl., en daarbij de zweren naar haar karakter van terugwerking
behandelen. Ontstaan er echter na der
zelver genezing bedenkelijke toevallen, verplaatste aanbeijen,
ZOO moeten de verzweriugen, op de bekende
wijze, wederom worden te voorschijn geroepen.
Vß I
I
Iii'-