
78 II. KL. TIENUE FAMILIE. MELANOSES. GESLACIlï. MELASflU. 79
y
y
korrels, schijnen er 3 soorten van Melasma te bestaan,
waarvau ik echter alleen den tweeden vorm zelf gezien
heb.
1. Soort, Melasma universale. *
De algemeene zvpartzucht der huid.
S y n o n y m e n . Nigritie Rayer. — INigredo acquisita
universalis. — Die allgemeine Hautschwärze, die
allgemeine Hautmelanose. — Nogtans zijn niet alle aandoeningen
met eene donkere kleur der huid ware Melanoses
, en Rayer rekent tot zijne Nigritie vele gevallen
, die, volgens een naauwkeurig onderzoek , tot het
chloasma uterinum, dat zieh, zooals vermeld is, over
het geheele ligchaam kan uitstrekken, of tot Mdasicterus
behooren.
A f b e e l d i n g e n . Tab. IX. 7.
V e r s c h i j n s e l e n .
Nu eens plotselijk, dan weder langzanierhand worden
onde, afgeleefde voorwerpen over het geheele ligchaam
eerst zwartachtig en eindelijk zwart als negers. Deze
kleur vormt geene omschrevene vlekken, hoewel zij ook
niet op alle plaatsen even donker is, Zij blijft het geheele
leven door bestaan. Deze ziektevorm komt zeer
zelden voor, en van de talrijke gevallen van algemeene
zwartzucht, door Ileusinger en Rayer bijeen verzameld,
schijnen mij slechts 2 hiertoe te behooren, namelijk de
door Rostan vermelde ziektegeschiedenis van M. F. Glin
en het door Rayer waargenomene geval van Ph. P. Renaud.
Nog een derde voorbeeld levert Alibert. De
zieken waren 70, 63 en 60 jaren oud en door veelvuldige
eilende zeer verzwakt. In het eerste vormde zieh
het Melasma plotselijk, in eenen nacht; in het andei'e
ontstond hetzelve langzamerhand. In allen was het aangezigt
het lichtste, meer bruin dan zwart, en de romp
het donkerste gekleurd. Het is opmerkenswaardig, dat
zoowel in het door Rostan als door Alibert waargenomene
geval, de huid met luizen bedekt was. Voor het oyerige
schijnen er geene bijzondere stoornissen in de verrigtingen
voorhanden geweest te zijn; nogtans stierf zoowel
M. F. Glin, als de lijder van Alibert aan Pneumonie.
2. Soort. Melasma maculosum.
De gevlekte zwartzucht der huid.
S y n o n y m e n . Ecchymoma melasma Sau vages. —
Melasma Plenk. — Panne melanée Alibert. — Nigritie
locale Rayer. — TodtenfÎecken, die fleckige Hautmelano'se.
— Tâches de mort. — Doodsvlekken.
A f b e e l d i n g e n . Tab. IX. 8.
Y e r s c h ij n s e 1 e n.
Bijoude, zwakke, arme lieden vormen zieh, nu eens
op enkele, dan weder op meerdere plaatsen des ligchaams,
het menigvuldigste aan de onderste ledematen,
vuilgraauwe of blaauwachtige vlekken, die met den tijd
donkerbruin en eindelijk geheel zwart, somwijlen glänzend
even als kolen worden. Zij zijn doorgaans van
eenen aanmerkelijken omvang, van onregelmatige gedaante,
glad, zonder afschilfering, geheel en al pijnloos,
en veranderen door de op dezelve aangebragte
drukking niet; eenmaal volkomen gevormd, verdwijnen
zij niet meer. Daarbij bevinden zieh de zieken, de
zieh gewoonlijk bij den hoogen ouderdom voegende
zwakte niet mede gerekend, tamelijk wel, slechts scheen
het mij in de beide gevallen, die ik van de aandoening