
Ei-i
1 2 0 II. KL. XWAALFDE FAMILIE. CHrMOPLANUK.
zenden typus — dien der quotidiana of tertiana — hebben.
Bij den afloop der verhefEngen of vernieuwde
aanValien vormt zieh in de pis dikwijls een slijm- of
zemelachtig bezinksel.
I . GESLACUT. ICXERÜS.
121
4. Soort. Icterus chronicus.
De chronische geekucht.
S y n o n y m e n. Icterus vulgaris Schönl. Icterus
habitualis en atonicus Naumann.
V e r s c h i j n s e l e n .
De ziekte ontwikkelt zich langzamerhand. Het eerst
wordt de harde oogrok , later de huid van het aangezigt
en vervolgens van lievei-lede die van het overige ligchaam
icterisch gekleurd. In het begin slechts bleekgeel zijnde,
neemt de huid, gedurende het beloop der aandoening,
eene steeds meer donkere, somwrijlen groen- , brons- en
zelfs zwartachtige kleur aan. Ilai'e afscheiding is daarbij
niet in het oogvallend beperkt; en er zijn ge vallen , in
vvelke de zieken meer dan gewoonlijk zweeten, en het
zweet geel of bruinachtig gekleurd is. Nu en dan klagen
de zieken over eene levendige jeuking der huid, doch
nooit bespeurt raen knopjes of andere exanthematische
vruchten. Even ais de huid neemt de pis eerst met den
tijd eene donkere kleur aan en wordt, aanvankelijk i-ood
of bierbruin , ten laatste zwart ais inkt. De trage stoelontlastingen
zijn in het begin nog tamelijk normaal gekleurd
, doch worden later kleiachtig en eindelijk geheel
wit. De smaak is bij eene zuivere tong bitter; de zieken
hebben weinig eetlust, eenen grooten afkeer van vleeschspijzen,
drukking in de maag na denmaaltijd, neiging
tot, en werkelijk braken. Zij zijn nog ligter vermoeid dan
bü den vorigen ziektevorm en hun pois is week klein en
ia het oogvallend langzamer dan in den gezonden toestand,
en doet slechts 50, ja zelfs slechts 40 slagen m
eene minuut. Duurt de ziekte lang, dan verniageren
de Uiders aanmerkelijk, worden aamborstig en hoesten
c^eel gekleurd , bitter smakend slijm op. Somwijlen
hebben er ook zenuwtoevallen, ligte ijlingen in den nacht
oí slaapzucht plaats, en raeestal is de gemoedsgesteldheid
der zieken zeerveranderd; zij zijn droefgeestig, knorrig
eu ligt tot toorn geueigd. Koorts is er in den aanvang
nimmer aanwezig, doch ontstaat, wanneer de vermagering
begint, somwijlen als Febr. hectic, sicca met eenen
meer tusschenpoozenden Typus.
5. Soort. Icterus symptomaticus.
De symptomatische geelzuclit.
S y n o n y m e n . Gedeeltelijk de Icterus senilis van
Schönlein.
V e r s c h i j n s e l e n .
Bij dezen ziektevorm is de geelzucht (de secundaire
Choloplania) slechts het verschijnsel eener andere aandoening
, voornamelijk van de zoogenaamde organische
gebreken der lever en van de haar nabijgelegene Organen,
die of de afscheiding, of de uitscheiding der gal stremmen.
Men ziet hem bij chronische ontsteking, knobbelvorming,
kreeftgezwel, galsteenen en bij velerlei andere
ziekten en hij kenmerkt zich voornamelijk door de aanwezigheid
der overige verschijnselen dezer ziekten, pijn,
zwelling, hardheid, ongelijkheid in de Streek der lever
enz.in vereeniging niet de toevallen van geelzucht. Deze
verhouden zich wezentlijk even als bij de vorige soort: