M
K4
448 II. KL. ZEVENTIENDE FAMILIE. LEPBOSES.
vuldiger dan in Europa echter, komt dit Geslacht iu de
overige, minder beschaafde werelddeelen vooi'. Hetzelve
vertoont zieh in de meeste landen van Azie, Afrika en
Amerika, en hoe v\'einig wij 00k de ziekten van Australie
kennen , zoo weten wij toch, dat 00k daar de Olifantenmelaatschheid
niet ontbreekt. In vele streken b. v. in
Daniascus, Aleppo, Manilla enz. worden de ongelukkige
zieken, even als in de middeleeuwen, in Leprozenhuizen
opgesloien , en op vele plaatsen, b. v. op Isle de France
en de Antillisehe eilanden, lieeft man alle afzonderiugsmaalregelen
laten varen, dewijl het aantal der aangedane
voorwerpen te talrijk was, en ginds het eiland Coitivy,
hier Desiderada niet toereikende waren. In de Indien
schijnt het lijden voornaraelijk veelvuldig onder zijnen
tweeden vorra (eleph. indica) voor te komen ; op Guyana
vertoont het zieh als Mal rouge, en zoo heeft het , welligt
nog op vele andere plaatsen , zyne eigenaardigheden.
Een man van Maracaibo echter en twee jonge lieden uit
Guadaloupe, bij welke ik de ziekte, twee malen hare
eerste en eenraaal hare tweede soort, zag, legden de~
zelfde verschijnselen aan den dag, als de aan de Middel •
land sehe zee voorkomende vormen.
B e l o o p , ü u u r , Uitgang.
Het beloop is steeds chronisch en de duur onbepaald.
Er verloopen gewoonlijk maanden en jaren alvorens de
ziekte zieh volkomen ontwikkeld en het tijdperk van
misvorming bereikt heeft, en is dit geschied, zoo bi'engt
zij toch eerst langzaam, dikwijls eerst na vei'loop van
verscheidene jaren den dood aan. Men heeft personen
gezien, die, omstreeks den tijd der huwbaarheid door
Elephantiasis werden aangedaan, en eenen hoogen ouderdom
bereikten, en mij zelven zijn gevallen voorgekomen,
in welke de ziekte reeds 10, 12 en 15 jaren had
bestaan. De doodelijke uitgang volgt bijna nimmer vroeger
dan na eenige jaren. De verscheidenheid der soort
heeft op den längeren of korteren duur geenen merkba-
I I . GESLACHT. ELEPHANtlASIS. 449
ren invloed, want hoewel ook de verzwering bij eleph.
mutilans vroeger begint dan bij tuberculosa, zoo gaat
aij daarentegen langzamejr voorwaarts , slaat later op inwendige
, meer gewigtige organen over en brengt alzoo
niet ZOO vroegtijdig gevaar te weeg. Even zoo min kan
men, over het meer acute beloop, met zekerheid eenig
besluit opmaken uit het aanwezen van koorts in het begin
der ziekte, of uit de van tijd tot tijd met vevnieuwde
aanvallen terugkeerende toevallen van hoofdpijn, gastrische
bezvyaarnissen, opzwellingen van klieren en dgl.,
zooals deze, voornamelijk bij de eerste soort somwijlen
voorkomen: want hoewel deze aanvallen van koorts ook
steeds eene toeneming van alle verschijnselen te weeg
brengen, zoo zijn zij loch meestal door lange tusschenruimten,
in welke de Lepra geene vorderingen schijnt te
maken , van elkander gescheiden, terwijl in zulke gevallen,
die zonder deze vernieuwde aanvallen verloopen,
alle toevallen langzaam, doch duurzaam toenemen. Dat
de Olifantenmelaatschheid van het jaargetijde, het weder
en dgl. zoude afhangen, heb ik nimmer opgemerkt,
terwijl het mij daarentegen toescheen, dat armoede,
eilende, terneerdrukkende gemoedsaandoeningen en dgl.
haar beloop bespoedigden en de tegenovergestelde verhoudiogen
hetzelve vertraagden.
De u i t g a n g e n der ziekte zijn:
1. In g e n e z i n g. Ik heb geen voorbeeld van volkomen
genezene Elephantiasis gezien, doch Biett en andere
geloofwaardige mannen verzekeren, dat zij de ziekte
in hare eerste tijdperken hebben overwonnen, en ik zelf
nam in enkele, vrij ver gevorderde gevallen, bij eene gepaste
behandeling, eene zoo in het oog vallende beterschap
waar, datik, zoo lang er nog geene inwendige gewigtige
Organen zijn aangedaan, aan een volkomen goed gevolg
van onze kuur in deze vreesselijke ziekte niet twijfel.
Nimmer echtei-geneest deze gevaarlijkste van ,alle soorten
van melaatschheid yan zelve. Ontstaat er gcnezing, zoo
29
m