
1
5 i 2 II. KL. ACHTTIENDE FAMILIE. THrjlIOSES.
en een zoetachtig, uit Turksch koren bereid bier, benevens
de heete, vochlige lacht van die streken, voor liare
aanleidende oorzaken. Dikwijls is zij echter ook, niet
siechts in Guinea, maar ook in Amerika, overgeéríd of
aangeboren.
De sme t s t o f der Pians, door welke zij waarschijnlijk
menigvuldiger dan vrijwillig ontstaan, bezit alle de
bij de Familie opgenoemde eigenschappen. Zij is met de
afgescheidene Stoffen der sponsachtige uitwassen en zweren
verbonden en deelt zieh slechts door aanraking mede.
Zij plant zieh ligter in bij negers, dan by andere menschenrassen,
het moeijelijkst bij de Europeanen, ofschoon
ook zij niet volkomen tegen haar beschut zijn , en
kinderen, jonge lieden en zwakke voorwerpen nemen
haar ligter op dan anderen. Om zieh in eene ongekwetste
huid te vestigen, is er, even als znlks bij de schärft
plaats heeft, eene längere aanraking en dierlijke wärmte
noodig; terwijl Massen de huid van verscheidene negers
met eene zelfstandigheid van den Pian liet wrijven, zonder
besmetting te bewerken, deelt het te zamen slapen,
het zuigen, de bijslaap enz., volgens Comes en Maillet,
de ziekte menigmaal mede; zij ontstaat, onder zoodanige
verhoudingen, zonder plaatselijke toevallen, op de
plaats van inbrenging. Ligter daarentegen werkt de
smetstof in wonden; de inenting gelukt volkomen, en
kleedings- of verbandstukken, ja zelfs vliegen kunnen
de smetstof opgekwetsteplaatsen, zweren en dgl. overdragen.
In zoodanige gevallen verändert eerst de wond,
welke de kiem opnam, in den Mama-pian, en eerst dan
Voigt de algemeene uitbarsting. De tijd van inwerking,
bfl de eerste wijze van besmetting, zoude, volgens Gomes,
tusschen de 12 en 60 dagen zijn; Mason daarentegen
, die meerdereinentingen met het lancet in het werk
Steide, zag, na 3 weken , op de plaats van inenting, tuberkelsen
na 6 weken sponsachtige verhevenhedenenalgemeene
uitbottingen ontstaan. In Guinea houdt men zieh
I. GESLACHT. FßAMBOESIA. 543
overtuigd, dat men slechts eenmaal in zijn leven door de
ziekte kan worden aangedaan, en ent derhalve de kinderen
in, omdat zij, op deze wijze verwekt, minder
kwaadaardig verloopen zoude. In de West-Indien
daarentegen wil men voorbeelden eener tweede aandoening
gezien hebben, waarvan echter andere waarnemers
beweren, dat zij slechts instortingen van het niet volkomen
genezene, slechts verborgen geweest zijnde lijden
zouden zijn.
B e l o o p , D u u r en Uitgang.
Het beloop is chronisch; in de gunstigste gevallen
duurt Framboesia 6, 12 tot 18 maanden en niet zelden
2 tot 3 jaar. Wordt het lijden echter met andere Dyscrasiae
zamengesteld, of wordt het door siechte behandeling
en dgl. verstoord, zoo kan hetzelve het geheele
leven door blijven bestaan. Wanneer de lijders door
eene koortsachtige aandoening worden aangedaan, dan
verdwijnt de uitslag doorgaans, om tei-Ug te keeren, wanneer
de koorts afgeloopen is. De menigvuldigste uitgang
is in g e n e z i n g , en niet zelden is hiertoe geene hulp
der kunst noodig. Wanneer de uitbotting bare tijdperken
doorloopen heeft, verdroogen de uitwassen en vallen
af, de Mama-pian neigt tot genezing, de vroegere
kracht keert terug en de ziekte eindigt met een rijkelijk
zweet, bezinksels in de pis, somwijlen ook met kritische
darmontlasiingen. Wiet zelden laten echter de Guineapokken
ook meer of min hevige stoornissen van enkele
werktuigen terug en eindigen aldus in gedeel tel i jke
g e n e z i n g . Het menigvuldigste blijft de Mama-pian
als eene kwaadaardige zweer terug, welke, door hären
verderen voortgang en door de bovenmatige afscheiding,
zelfs het leven in gevaar kan brengen, en de Crabbe-yaws
verdwijnen niet altijd melde eigenlijke ziekte, maar zija
dikwijls nog langen tijd, zonder eene doelmatige behandeling
dikwijls het geheele leven, in het gaan en in de
vrije beweging der banden hinderlijk. Zijn er echter