
k
364 TWEBDE KLASSE. DERMAPOSTASES.
4. De smetstof kau slechts overgenomen worden door
aanraking, niet op eenen afstand, doch blijft aan poreuse
Stoffen, zooals wol, linnen en dgl. vrij lang
hangen.
5. Zij wortelt en kiemt slechts op de uitwendige huid,
niet op slijmvliezen, en de ongekwetste huid neemt haar
ligter op, dan de gekwetste.
6. Zij schijnt, ten einde zij zoude vatten, de dierlijke
wärmte noodig te hebben : de bijslaap, het warme
hemd van eenen schuritlijder en dgl. is met vrij veel
zekerheid besmettelijk; terwijl eene ligte aanraking, de
overdraging van den inhoud der vruchten, door inenting
enz., de ziekte zelden of nimmer mededeelt.
7. Zij doet, even als de meeste dyscrasische smetstoffen,
hetzelfde voorwerp meer dan eens in het leven
aan; ja het schijnt zelfs, dat Heden, die reeds eens
aangedaan geweest zijn, eene grootere vatbaarheid voor
haar hebben, dan andere.
8. Haar tijd van inwerking is van vers chillen den
duur; bij kinderen dikwijls slechts 4 tot 5, bij volwassenen
8 tot 12 dagen , bij eene zachte huid korter, dan
bij eene harde, in den winter langer, dan in den zomer
en de lente.
9. De ziekte kiemt steeds ter plaatse, waar de smetstof
is ingevoerd, verspreidt zieh echter, uu eens sneller,
dan weder langzamer, van daar in eene gi'ootere of geringere
uitgebreidheid over de geheele huid. Dat zij,
hoewel ook door besmetting ontstaan, nogtans met den
tijd tot eene Discrasie kan aangroeijen, is reeds vermeld.
V o o r k o m en en Algemeene verbreiding.
Met betrekking tot het eerste is reeds aangemerkt, dat
de dyscrasische schürft op vele plaatsen endemisch
i s , en nu en dan kan de ziekte zieh, door besmetting,
ZOO verveelvuldigen, dat zij bijna als eene Epidemie
voorkomt. Wat de algemeene verbreiding aanbetreft,
ZESTIENDE FAMILIE. PSORIDEAE. 365
ZOO schijneii de schurftsoorten in alle luchtstreken
voor te komen.
B e l o o p , Duur, ü i t g a n g.
Het beloop van alle schurftsoorten is chronisch;
de eerste uitbotting wordt voortdurend door latere vermeerderd,
welke nu eens talrijker, dan weder spaarzamer
te voorschijn komen en jaren lang kunnen voortduren.
De duur der enkele vruchten. is, even als die
der geheele ziekte, geheel en al onbepaald. De waargenomene
uitgangen zijn:
1. In volkomene genezing.
Deze volgt zelden of nimmer van zelve, doorgaans
slechts door behulp der kunst en, wanneer de uitslag
van eenen dyscrasischen oorsprong was of, gedurende
zijn beloop , de Dyscrasie had verwekt, alleen door op
heffing van de aandoening der vochten. Wanneer de
veranderingen der huid,onder zoodanige verhoudingen,
ook verdwijnen mogten, zoo is dit evenwel geene genezing,
zoolang de Dyscrasie voort blijft bestaan, en
weldra volgt er eene nieuwe uitbotting, of er ontwikkelen
zieh, in plaats van de schürft, ziekten van andere,
inwendige organen. Is de uitslag daarentegen eerst kortelings
door besmetting ontstaan en nog zonder invloed
op het geheele Organismus gebleven, zoo geneest hij ook
even als bij de eenvoudige Dermatonoses; er komen
geene latere uitbottingen meer; de aanwezige vruchten
gaan , naar gelang van bare gedaante en ontwikkeling, op
verschillende wijzen te niet en verdwijnen, nu eens
met, dan weder zonder achterlating van likteekens. Instortingen
zijn voor het overige ook in zoodanige gevallen
niet zeldzaam.
2. In gedeeltelijke genezing.
De puistachtige schurftsoorten laten dikwijls, ook
zelfs wanneer zij verdwijnen, meer of min uitgebreide
zweren van een verschillend karakter terug.