
1
hh
Achttitínde Familie. Th¡/mioses.
Beziënsponsvormen.
Er bestaat eene reeks van ziektevormen, de Yaws, de
Sibbens, het Scarlievo, de ziekte van S'. Paul, de Radesyge
(en Maï-schkrankheit), de buil van Aleppo en de
chipe in Peru, die, onder elkander in vele opzigten
aanverwant, nu eens tot de lépreuse, dan weder en menigvuldiger,
onder den naam van Syphiloides, tot de
Venusziekte worden gerekend. Ofsehoon ik geene dezer
aandoeningen zelf gezien heb, zoo geloof ik nogtans,
dat mijne meeuing gegrond is, dat zij noch tot
de Melaatschheid, nocli tot de Syphilis behooren, hoewel
zij ook, zoo als wij later zullen zien, in vele opzigten,
tot de laatste in eene innige betrekking staan.
Ik kan deze ziektevormen niet onder de Leproses
rangschikken, dewijl zij de, bij de Melaatsehheid zoo
eigenaardige zenuwtoevallen missen ; het hoornweefsel,
het onderhuidscelweefsel en de kraakbeenderen, de lievelingsplaatsen
der ziekelijke afscheiding, woi'den door
hen bijna nimmer primair veranderd ; de watervaten en
kliei'en nemen geen aandeel aan dezelve; de vei-anderingen
, welke door hen in de lederhuid en de slijmvliezen
worden te vveeg gebragt, wijken van die der
Melaatsehheid tnerkbaaraf, zijn meer woekerend, sjions-
ACHiriENDE FAMILI£. TlllTMIOSES. 521
achtiger, meer dan deze geneigd tot verzwering, en nogtans
zijn zij veel minder kwaadaardig en ongeneeslijk ,
verdwijnen dikwijls , na eenen längeren of korteren tijd ,
van zelve en bedreigen slechts zelden het leven. Of hun
vrijwillig ontstaan door andere oorzaken, als die der Melaatsehheid
wordt veroorzaakt, kan ik niet beslissen,
doch dat hunne smetstof, aan welker bestaan, ook bij de
Europesche vormen, geen twijfel valt, van die der Lepra
in vele opzigten afwijkt, is wel waarschijnlijk, en
ik kan , noch in de geschiedenis van de ontwikkeling der
Melaatsehheid, n o c h in hare algemeene uitbreiding, genoegzame
overeenkomsten met de opgenoemde ziekten
vinden, om dezelve als van haar afstammende te kunnen
aanmerken. Tenzij men, zooals nu en dan geschied is,
alle endemische huidaandoeningen voor soorten van Melaatsehheid
zoude willen verklaren, zijn de hier bedoelde
geene Leproses.
Tot de Syphilis echter, dat is, deDyscrasie, die zieh,
sedert het einde der 15^'= eeuw, door besmetting, over
de geheele aarde verspreid heeft en, meestal door den
bijslaap, met plaatselijke toevallen ter plaatse, waar de
smetstof is aangebragt, begint, kan men de bedoelde ziektevormen
niet rekenen, dewijl vele van dezelve , Pians
en de Aleppobuil, reeds lang voor de Syphilis bestonden;
dewijl niet alle door besmetting, maar ook vrijwillig
zieh ontwikkelen; dewijl er geene bijzondere betrekking tot
de teeldeelen, ook bij het ontstaan door besmetting, blijkt
aanwezig te zijn, en omdat de plaatselijke toevallen van
dat deel, door hetwelk de besmetting geschiedde, doorgaans
ontbreken. Druiper en chanker, de primaire vormen
van Syphilis , gaan het opgenoemde lijden niet vooruit,
terwijl dit daarentegen met voorafgaande verschijnselen
begint, die bij de venusziekte vreemd zijn; de, bij de
Leus venerea zoo menigmaal aangedaan wordende klieren,
lijden bij haar niet, terwijl daarentegen dehuidveranderingen,
bij de meesten, eene vlugtigheid , eene nei