
H
ITL
1 ^
m
6 4 2 II. KL. NEGENTIENDE FAJIILIE. STPHILIDES.
liebben, die geen ander verschijnsel van deines, aau
welke zij vroeger leden, meer vertoonden , dan Syphilonychia.
Bell a n d e l i n g.
De ophefEng der Dyscrasie door inwendige middelen
is de hoofdzaak; bij de eerste soort raoet men echter in
het begin ook inwrijvingen met Ungt. neapolit. maken
en, zoodra er yerzwering ontstaat, de bijtmiddelen aanwenden.
Men bestrijke de oppervlakte der zweren met
Sulpb. cupri, Aqua phagadaenica., INitras hydrarg. en
dgl., verbinde dezelve met roode of witte praecipitaatzalf
en ga met de nagroeijende hoornmassa's, even als bij
Scrophulonychia te werk. Bij de tweede soort kan men
de misvormde nagels. door glas, gelijk Schaven en door
inwrijvingen van kwikzilver met Opium welligt de nachtelijke
pijnen tot bedaren brengen.
XJI. Geslacht. Syphilelcosis.
De venerische huidzweer.
S y n o n y m e n . Syphilis cut. ulcerosa. — Ulcera svphilitica
cutanea, — Die Schankergeschwiire der Haut,
die venerischen Hautgeschwüre.
Het zoude mij van mijn doel afbrengen, indien ik de
venerische zweren in het algemeen, die der slijmvliezen,
klieren, beenderen enz. wilde behandelen.
K e n m e r k e n .
Door venerische besmetting veroorzaakteof onderhouden
wordende zweren der uitwendige bekleedselen, van
eene meestal ronde, boog- of niervormige gedaante, met
spekachtigen onzuiveren grond, harde, eeltachtige,
scherp afgesnedene en opgezwollene randen, van eene
XII. GESLACHT. SYPIIILELCOSIS. 643
koperroode kleur en met rijkelijke afscheiding eener
dikke, taaije elter van eenen eigenaardigen reuk, gele en
groenachtige kleur en gewoonlijk van eene zuurachtige
gesteldheid.
V e r d e e l i n g .
Naar gelang de venerische huidzweer het voortbrengsel
is der syphilitische smetstof, ter plaatse, waar zij is ingebragt,
of zieh als verschijnsel der reeds dyscrasisch gewordene
Venusziekte voorkomt, onderscheid ik twee
soorten.
1. Soort. Sijphilelcosis primaria.
De primaire venerische huidzweer
S y n o n y m e n . De chanker op de uitwendige huid,
A f b e e l d i n g e n . Tab. XX. 8, S''.
V e r s c h i j n s e l e n ,
Deze ziektevorm ontstaat op gekwetste of buitengewoon
zachte plaatsen der uitwendige huid , welke met de venerische
smetstof in aanraking gekomen zijü, onverschillig,
of deze smetstof door een ander voorwerp op deze
plaatsen wordt overgebragt, of dat zij door de afgescheidene
Stoffen van nabij gelegene, syphilitisch aangedane
slijmvliezen worden bevochtigd, en de zieken alzoo zieh
zelven aansteken. De voorhuid en de balzak bij mannen,
de groote schaamlippen bij vroiiwen, de inwendige
oppervlakte der dijen, de bilnaad enz, zijn de lievelingplaatsen
dezer aandoening; nogtans kan zij , in eene verwende
huid, op alle plaatsen en voornamelijk bij kinderen,
ook zonder beleediging, tusschen de teenen, ouder de
oksels, in de plooijen van den hals enz., in het kort,
overal onlstaan, waar de imid rijkelijk afscheidt en zeer
41*
Li—'
'Wi
u