
t
5 1 2 II. KL. ZEVENTIENDE FAMIUE. LEPROSES.
vergroelt. Niet altijd echter is dit vergroeijen een teeken
van werkelijke genezing ; dlkwijls ontstaat er vroeger
of later, met nieuwe voorafgaande verschijnselen,
eene herhaalde dyscrasische nederzetting, en hat lijden
kan , afgebrokeii wordende door het gi'oeijeii van
enkele plekken natuurlijk haar tusschen de vlecht, tot
aan den dood toe voortdiiren. Welke toevallen er echter
ontstaan , wanneer de dyscrasische aandoening gewelddadig
afgebroken of gestremd wordt, zal bij de uitgangen
worden opgegeven.
E r k e n n i n g.
De Poolsche vlecht Eoude alleen met de verwarring en
verwikkeling der hären, zooals die door onzuiverheid
kan worden te weeg gebragt, kunnen worden verwisseld,
en Alibert, Behrend en anderen hebben, onder den
naam van valsche Trichoma, beschrijvingen en aibeeldingen
van dezen in het geheel niet ziekelijken toestand
geleverd. Het gemis van alle voorafgaande verschijnselen
, van alle pijn en van allen eigenaardigen reuk, de
eer verminderde dan vermeerderde wasdora van het haar,
de onveranderde nagels, de andere oorzaken enz. maken
de onderscheiding zeer li|t .
O o r z a k e n en Y o o r k e r n e n .
De Plica is in Polen en Lithauen, in Wit- en Rood-
Rusland en in Moldavie en Wallachie endemisch, het
menigvuldigste echter in de moerassige streken aan den
Weichsel en aan den Dnieper. Enkele gevallen komen
er nogtans ook in de aangrenzende landen en zelfs vrij
ver van Polen voor. Ik heb zelf de door Steinkühl beschrevene
vrouw, uit Kips in Beyeren, gezien, welke
eene meer dan 5 voet lange Plica droeg, en vele reizigers
beweren, bij de bewoners van de eilanden der Zuidzee,
soortgelijke vormingen der Poolsche vlecht gezien te
hebben. Men heeft vroeger den derden invai der Mongok
n , in het jaar 1287, als den tijd beschouwd, in welke
de ziekte in Polen zoude versehenen zijn ; doch nieuwe
t u . GESIACHT. PLICA. 513
siavorschingen hebben aangetoond, dat deze meening op
Verkeerd begrepene opgaven gegrond is en wij kunnen niets
bepaalds over den ouderdoin der Plica opgeven. In de
eeuw was zij reeds zeer algemeen verspreid, nogtans
noemt Posthumus haar (1600) Lues nova Potukiensis.
Zij doet, in de landstreken, waar zij te huis behoort ,
elken ouderdom en elk geslacht aan, is niet zeldenovergeerfd
en somwijlen aangeboren. Zelfs de huisdieren
zouden met haar behebt zijn. Lieden uit den geringen
stand, die in siechte, vochtige hat ten, in de grootste
onzuiverheid, van ongezond, moeijelijk te verteren voedsel,
vette olieachtige spijzen, veel visch en dgl. leven,
bovenmatig mee en brandewijn drinken en zieh aan alle
soorten van weder blootstellen, lijden het menigvuldigst
aan haar ; nogtans verschoont zij ook den hoogeren stand
niet volkomen, en men kan noch de onzuiverheid, noch
het gebruik van honte mutsen als de onmiddellijke oor -
zaken beschouwen. Even als andere Leproses ziet men
haar dikwijls na hevige gemoedsaandoeningen, na werktuigelijke
inwerkingen, in het kraambed, gedurende de
genezing van andere ziekten enz. ontstaan en, even als
deze, is zij menij'vuldiger in moerassige, laag gelegene,
dan in hoogere streken ^ op het platte land, dan in Steden
en, met de vorderende beschaving, zoowel in uitgebreidheid
als kwaadaardigheid verminderd.
Alle vroegere waarnemers houden de Poolsche haarvlecht
voor besmettelijk en meenen, voornamelijk door den bijslaap,
door het gebruik derzelfde hoofdbekleedselen en
bedden en door het zuigen der kinderen van aan Plica
lijdende minnen, tahüjke voorbeelden van mededeeling
gezien te hebben. In den nieuweren tijd heeft men echter
eenigen twijfel omtrent hare besmettelijkheld gekoesterd,
en zeker is het , dat de ziekte zieh, behalve in die landen,
in welke zij endemisch i s , nog nimmer door besmetting
verder heeft uitgebreid.