
y
164 II. KL. TWAALFDE FAMILIE. CHYMOPLANIAE.
i. Vnri'éteií. Pompholyx vulgaris confería. "
De groepsgewijze blaar-uitslag.
S y n o n y m e n . Pemphigus en grouppes Ray.
A f b e e l d i n g e n . Tab. X. 7.
V e r s c h i j n s e l e n .
De naar vei-houding kleine blazen staan niet, zooals
bij den gewonen blaar-uitslag, afgezonderd, maar in
groepen en kringen bij elkander geplaatst (conniventes),
hoewel zij niet in elkander vloeijen. Zij verschijnen niet
op enkele plekken, maar in langwerpige strepen der
huid. De zieke, bij welken Rayer dezen ziektevorm
waarnam, was 68 jaar oud, en de jeuking en branding
iievig.
2. Varieteit. Pompkoljx mlgaris pruriginosa.
De blaar-uitslag' inet liuidjeukte.
S y n o n y m e n . Pemphigusprurigineux Ray. — Der
Blasenausschlag mit Hautschabe.
A f b e e l d i n g e n . Tab. X. 8.
V e r s c h i j n s e l e n .
Tusschen de uitbotting van Cnesmus vulgaris verschijnen
enkele blazen, zij blijven doorgaans klein en hare
vloeistof, die vroegtijdig troebel wordt, is oneindig veel
zuurder en riekt sterker naar pis, dan bij den gewonen
vorm. De jeuking des nachts is onverdragelijk; de blazen
worden weldra stukkend gehaald en de overblijvende
ontvellingen genezen bezwaarlijk en veranderen veelal in
zweren.
V. GESLACIU. POMPHOLYX.
3. VarVéteit. Pompholjx vulgaris solitaria. *
De alleen-staande blaar-uitslag.
A f b e e l d i n g e n . Tab. X. 9.
V e r s c h i j n s e l e n .
Gewoonlijk des nachts ontstaat er, onder een gevoel
van jeuking in de huid, eene groote blaas, die zieh ZOG
spoedig uitzet, dat zij somwijlen een theekopje yol lympha
(?) bevat. Binnen de 48 uren barst zij en laat eene
oppervlakkige verzwering terug. Digt bij deze verheft
zieh, in een' of Iwee dagen, eene andere blaas, die even
ZOO verloopt, en op deze volgen er somwijlen nog 2 tot 3
nieuwe, zoodat de geheele duur zieh tot 8 of 10 dagen
uitstrekt. Willan zag deze ziekte slechts bij vrouwen,
en zij schijnt met den Pemphigus hystencus van
J. P. Frank overeen te komen, welken hij en anderen bij
vrouwen, die aan hysterische krampen der piswerktuigen
leden, waarnamen.
2. Soort. Pompholyx Epinyctis.
De nachtblaar.
S y n o n y m e n . Het schijnt mij toe, dat de 'Ent-
PvycziSeg van Hipp., Galen, Oribas. enz. de Epinyctis
volgens Celsus, Scheva en Albotin der Arabiers, de
Pustula nocturna van den middelbaren leeftijd enz. met
geenen anderen ziektevorm zoo goed overeenkomen, als
met den uroplanischen blaar-uitslag. De nieuwere schrijvers
hebben dezen ziektevorm onder zeer verschillende
Seslachten afgehandeld, en de Uritis nocturna vati Plenk,
I