
m
6 9 8 II. KL. XWINTIGSTE FAMILIE. CARCINOSES.
1. Soort. Carcinelcosis simplex.
De eenvoudige kankerzweer.
Synonymen. Ulcère chancreux Ray. — Ulcus cancrosum
vulgare.
A f b e e l d i n g e n . Tab. XXI. 7. 1\
V e r s c h i j n s e l e n .
Deze soort ontwikkelt zieh nu eens uit Scirrhoma, dan
weder ontstaat zij, zonder dat er eenige kankerachtige
knobbelvorm was voorafgegaan, en men neemt haar menigvuldiger
in het aangezigt, dan aan andere deelen waar.
Hare randen zijn hard, eeltachtig, ongelijk, graauw,
groenachtig, donker gekleurd, meer naar binnen, daa
naar buiten gebogen en zeer gevoelig voor de aanraking ;
hare oppervlakte is ongelijk, bultig, uitgehold, veelkleurig
of donkerrood, bloedt ligt bij de aanraking an rust
op eene scirrheuse, harde grondvlakte. Deze zweren
scheiden eene aanmerkelijke hoeveelheid eener donkere,
bloederige, etterachtige stof af, welke scherp en dun is
en eenen walgelijken, eigenaardigen stank om zieh verspreidt;
somwijlen bedekken zij zieh, op enkele plaatsen,
met bruinachtige, schubbenvormige korsten, welke haar
het aanzien eener verbrande piek geven; menigvuldiger
echter ontbreekt deze korst en zijn zij slechts met eene
weeke, stinkende, brijachtige stof bekleed. De haar
omgevende deelen zijn doorgaans donkerrood gekleurd en
met aderspattige vaten doorweven, dikwerf, over eene
groote uitgebreidheid zuchtig of scirrheus opgezwollen,
en gewoonlijk nemen de nabij gelegene äderen, watervaten
en klieren vroegtijdig mede aandeel in het lijden. De
pijn is hevig, even alsof de zweer met gloeijende naalden
werd doorstoken, dikwijls borende en zieh over het geheele
deel uitstrekkende. De verstoring breidt zieh,
geen weefsel verschoonende, spoedig in de vlakte en
IV. GESLACHX. CARCINELCOSIS.
in de diepte uit en meestal voegt zieh hierbij vroegtijdig
uitteringskoorts met eene groote neiging tot ontbinding.
Gewoonlijk duurt het niet lang, of er ontstaan
verschijnselen van algemeenen kanker, als het eigenaardige
kankerachtige voorkomen, Scirrhomata in het onderhuidscelweefsel
van nabij en veraf gelegene deelen, in
onderscheidene inwendige Organen en dgl.
Als eene varietei t van deze soort, Carcinelcosis
simpl. sicca, zoude men welligt den totontbinding
o v e r g a a n d e n kanker (Verwitterungskrebs) van Walther
kunnen aanmerken, welke voornamelijk in het aangezigt
voor komten zeer weinig, bij na geenestof afscheidt. De
organische zelfstandigheid zoude hier, als dooreene soort
vanontbinding, verdwijnen, zonder dat men kanzeggen,
waar zij gebleven is. Ik heb dezen ziektevorm nimmer
gezien.
2. Soort. Carcinelcosis fungosa.
De woekereiide kanlcerzweer.
S y n o n y m e n . Ulcère fungiforme Ray. — Ulcus
cancrosum fungosum.
A f b e e l d i n g e n . Tab. XXI. 8.
V e r s c h i j n s e l e n .
Ook deze ziektevorm neemt zijnen oorsprong somwijlen
uit Scirrhoma, voornamelijk tuberosum, en maakt
steeds het derde tijdperk van merg- en bloedsponsgezwellen
uit. Zeldzamer, dan zulks bij de eerste soort het
geval is , ziet men hem ontstaan, zonder dat er een dezer
ziektevormen was voorafgegaan , en hij komt even menigvuldig
aan andere deelen, als in het aangezigt voor. Zijne
gevoelige randen zijn meestal naar buiten omgekruld en
M