
5 1 8 II. KL. ZEViNTIENDE FAMILIE. LEPROSES,
meer het synochale karakter, zoo moeten bloedzuigers eii
bloeclige koppen gezet, verkoelende middelen toegediend
en andere afscheidingen opgewekt worden. Aderlatingen
heeft nien doorgaans nadeelig bevonden. Wanneer
de ontwikkeling der Plica langzaam plaats heeft, de afscheiding
spaarzaam is, de voorafgaande verschijnselen
niet merkbaar verminderen, en er geene koorts of geprikkelde
toestand der vaten met het torpide karakter aanvvezig
is , ZOO moeten daarentegen prikkelende middelen
aangewend, en in het algemeen die behandeling
worden voortgezet, door welke men, voor het ontstaan
der vlecht, hare yerschijning tracht te bewerkstelligen.
Vooral in deze gevallen is het dikwyls noodzakelyk , de
nevens de Plica bestaande stoornissen in het zenuwstelsel,
de spijsverteringswerktuigen enz., door bijzondere, met
hare natuur overeenkomende middelen te bestrijden.
Duart de ziekte zeer lang , zoo wordt haar beloop som~
wijlen door eene versterkende behandeling bespoedigd
en hiertoe wordt men te meer gedwongen , wanneer de
krachten der zieken verminderen , en er een kwaadsappig
uitzigt, Vermagering, waterzucht enz. ontstaan.
In andere gevallen willen vele waarnemers heerlijke gevolgen
van eene geregelde Sublimaatkuur gezien hebben;
dikwijls echter was deze ook vruchteloos en somwijlen
schadelijk. Tot het afsnijden der vlecht mag men eerst
dan overgaan, wanneer zij droog geworden is en, door
nagroeijend natuurlijk haar, niet meer met de huid vastz
i t , en hoewel er ook gevallen voorkomen , in welke zij
ongestraft vroeger verwijderd werd, zoo mag men nogtans
de zieken aan het gevaar niet blootstellen. Heeft de
aandoening lang gedunrd, zoo is het steeds raadzaam ^
voor het afsnijden fontanellen aan te leggen.
Wat de aanwljzingen voor de ui tgangen betreft,
zoo moet men, gedtirende de genezing, steeds op
de menigvuldigheid der instortingen leiten en alles afweren
, wat deze zoude kunnen begünstigen, Terug-
VII. GESLACHX. PLICA^ 519
blijvende verlammingen, stuipen en dgl. vorderen meestal
de prikkelende middelen. Ontstaan er echter stofverplaatsingen
, zoo moet men, bij de behandeling der nieaw
ontstane ziekte, beproeven, de verdwenene afscheidmg
der Plica, op de vroeger aangedane plaats weder te voorschijn
te roepen, tot welk einde men zich bedient van
omslagen, van prikkelende en scherpe zalven, van
mostaardpappen en blaartrekkende pleisters, welker
werkzaamheid men door inwendig toegediende zweetdrijvende
middelen , Antimonialia, houtdranken en dgl.
versterken kan. Men heeft ook de inenting der Poo sche
haarvlecht aanbevolen, doch de meeste proeven mislukten.
Bij de, bij Plica ontstane zweren der uitwendige huid en
dezoogenaamdeRollanschankerderkeel, zoade, behalve
de Tinca pervinca, die voornamelijk door het volk tegen
dezelve wordt gebruikt, de chloorkalk nuttig zijn; bij
eene volkomen ontwikkelde trichomateuse Dyscrasie,
met opzettingen der beenderen en dgl. nogtans , bleven
de tot nu toc beproefde middelen, de kwikzilverbereidingen
, houtdranken enz. bijna altijd vruchteloos. Hier
zoude men het Jodium en Arsenicum kuanen beproeven.
t'VI