
418 TWBEDE KLASSE. DERMAPOSTASES. ZEVENTIENDE FAMILIE. LEPaOSES. 4 i 9
met Marasmus en Hydrops. Bovendien komen echter
bij enkele ziektevormen uog hiertoe behoorende uitgangen
voor, over welke later meer breedvoerig zal gesproken
worden.
4. In den do od. De doodelijke uitgong, die doorgaans
laat volgt, kan op verschillende wijzen ontstaan:
Door v e r zwe r i n a. g en u i t t e r i n g s k o o r t s .
Zelden vormen zieh, op de nitwendige bekleedselen,
ZOO aanmerkelijke zweren, dat zij febr. hectica te weeg
brengen; menigvuldiger voegt deze zieh bij de lepreuse
nederzettingen en verzweringen in inwendige Organen,
in de kraakbeenderen, op het slijmvlies der darmen, in
de longen enz.
b. Door w a t e r z u c h t . Niet zeldzaam.
c. üit het zenuwstelsel door verlamming van
de hersenen en het ruggemerg. Dit heeft voornamelijk
bij eenige, uitwendig minder ontwikkelde ziektevormen,
Pellagra en dgl., plaats.
V o o r z e g g i n g .
De voorzegging is bij alle Leproses, in vergelijking
met andere aandoeningen der huid, zeec ongunstig. Zij
zijn, benevens de Carcinoses, onder alle Dermapostases,
het moeijelijkste in de genezing, en brengen, hoewel
ook eei'st na verloop van jaren, niet zelden den dood
aan. Volkomen ontwikkelde Leproses zijn gevaarlijker,
dan de Leproides, en die vormen en gevallen, bij welke
inwendige weefsels, de slijmvliezen, de cenli'aalorganen
van het zenuwstelsel, klierachtige ingewanden en dgl.
mede in de aandoening zijn begrepen, gewigtiger, dan
zoodanige, bij welke de verandering zieh tot op de huid
beperkt. Bovendien hebben de oorzaken en de mogelijkheid
harer verwijdering, de duur der aandoening,
de ouderdom en de gesteldheid der zieken, het bijkomen
van febr. hectica, van Hydrops enz. invloed op
de voorzegging.
ß e h a n d e l i n g .
De vervulling der a anwi j z in g voor de oorzak
e n , verwijdering der schadelijkheden, die de Lepra te
weeg brengen, is de eerste en noodzakelljkste voorwaarde
van een goed gevolg voor elke behandeling, zonder dat
de genezing nogtans met haar altijd volgt. Het is gemakkelijker,
door een zorgvuldig afwereu van alle oorzaken,
voorwerpen, die, door erfelijkheid en dgl.,
eenen aanleg tot melaatschheid hebben, voor het uitbreken
der ziekte te bewaren, dan haar te genezen, wanneer
zij reeds aanwezig is, en kindereu van lepreuse oaders
moeten daarom, wanneer zij van deze vreeselijke aandoening
willen verschoond blijven, hanne geboorteplaats
verlaten, naar hoogliggende, luchtige streken verhuizen,
alle voedingsmiddelen, die als medewerkeude oorzaken
der melaatschheid zijn genoemd geworden, vermijden,
zieh voor den invloed van veranderlijk weder
zooveel mogelijk beschütten, de afscheidingen aan den
gang houden enz.; maatregelen, dievoorwaar, bij den
geringen stand, zelden uitvoerbaar zijn. Geheel dezelfde
voorschriften moeten ook daar worden gegeven, waar zieh
reeds werkelijk sporen van melaatschheid vertoonen, en
zoodanige voorwerpen moet men een' meer plantaardigen
kost, slechts versch vleesch, goed, oud bier of zoete
wijn tot drank, verandering van lacht , veelvuldige baden,
rust van het gemoed, vermijding van alle buitensporigheden
enz. streng aanbevelen. Slechts bij eene
naauwgezette opvolging dezer voorschriften kan er genezing
volgen, hoewel zij ook dan nog zeer twijfelachtig
blijft, zoodra de ziekte slechts eenige vorderingen heeft
gemaakt. Was de melaatschheid, zooals dit somwijlen
in de volkplantingen schijnt voor te komen, eerst kortelings
door besmetting ontstaan , zoo moest men nog bovendien
beproeven, de kiemende besmettingstof, ter
plaatse, waar zij is aangebragt, door koude, bijtmiddelen
en dgl. te verstoren.
M